BMW HARTGE 335i

JUST FOR RUN

Uit sport auto 5, 1981. Door Rolf Häring. Vertaling: © Bram Visser, 2005.

Een letterlijk geweldig idee werd in praktijk gebracht door de Saarlandse BMW-dealer tevens tuningbedrijf Hartge: de grootste motor van BMW implanteren in de kleinste BMW-carrosserie. Daaruit ontstond de 205 pk sterke BMW 335i.

Meer zijn dan lijken, is een karaktertrek die niet alleen mensen maar vooral auto’s uitstekend past. De BMW Hartge 335i is het resultaat van dergelijke understatements, zoals die niet zelden uit de ideeënrijkdom van tuningbedrijven ontstaan.

Van buiten zien alleen ingewijden dat hier iets ‘niet klopt’. De 30 mm verlaagde carrosserie zegt nog niets en het schuchtere ‘335i’-typeplaatje achterop duidt weliswaar op de exclusieve 3,5 liter-motorisering van de kleine tweedeurs sportsedan uit München, maar sticht ook verwarring. De grotere diameter van de uitlaatpijpen geven van buiten nog het meeste uitsluitsel over de modificaties. Want voor men zich bewust wordt van de duidelijk grotere vermogensreserves van de 335i, is het al lang te laat – zo hebben bestuurders van dure limousines (met ster) of sportwagens te laat ontdekt, toen ze bij het soevereine beheersen van de linker Autobaanstrook niet konden geloven dat de in de achteruitkijkspiegel opgedoken ‘323i met voorspoiler’ via het gaspedaal met een nog soevereiner koppel speelt.

Twee jaar geleden kregen de gebroeders Rolf en Herbert Hartge in het Saarlandse Beckingen voor het eerst het idee om een tegenhanger te bouwen van de BMW Alpina 328 met 200 pk-motor. Al na een jaar hadden de voormalige Alpina-dealers een proefmodel gemaakt. Niet zoals Alpina met een getunede 2,8 liter-motor, maar meteen met het uit de BMW 635 CSi bekende 3500 cc-aggregaat. Maar pas in januari van dit jaar (1981) werd met een uitlaatgastest de laatst benodigde TÜV-goedkeuring verkregen.

Bezield door de gedachte aan een fantastisch specifiek gewicht van de 3-serie van minder dan 6 kg/pk, ruimden de Hartge broers alle problemen uit de weg. Het was duidelijk dat alle aandrijfdelen buitengewoon sterk moesten zijn. De achterasdrager van de BMW 525 moest het daarom evenzeer ontgelden als delen van de cardanas van 5- en 6-serie.

De cardanas, die ingekort werd, kreeg schuifstukken en een lengtecompensatie van een centimeter. Vanzelfsprekend werd ook de differentieelophanging versterkt. Waar teveel spanning of druk door de koppelrijke korte-slag-motor ontstond, moest voor compensatie worden gezorgd.

Onder de motorkap, zou men kunnen denken, werd getoverd. Niets is minder waar. Wel moesten er nieuwe motorsteunen komen en de lengte van de zesclinder-in-lijn gaf te denken, maar door het wegwerken van de radiateur in de neus, werd de nodige ruimte geschapen. Een dominerend onderdeel in de motorruimte is de veerpootbrug (Domstrebe), die werd toegepast ten gunste van een grotere stijfheid van de standaard wat labiele voorzijde.

Voor behoorlijke kopzorgen zorgde zoals te verwachten ook de uitlaatgassamenstelling van de in de BMW 635 CSi 218 pk leverende motor. Aangezien de uiterste emissiewaarden van koolwaterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxide afhankelijk zijn van het wagengewicht, moest de 1250 kg zware Hartge 335i tussen de 15 en 30 procent gunstigere waarden leveren dan de 1500 kg zware BMW 635 CSi.

Daarmee wordt ook de vermogensvermindering ten opzichte van de seriemotor verklaard, want de verbeterde emissiewaarden werden vooral bereikt door een gewijzigd uitlaatsysteem en aanpassing van de elektronische ontsteking en benzine-inspuiting (Bosch L-Jetronic).

Dat zo’n zwaar bevochten wijze van individualiteit nogal duur tot stand komt, lijkt logisch. Voor een complete auto moet dan ook 62.500 mark op de tafel van Hartge worden neergeteld. Daarmee bezit men niet alleen de snelste en snelst sprintende op de openbare weg toegelaten BMW 3-serie, maar ook de duurste. Dat er vraag naar is, bewijzen niet alleen de bij de firma Hartge ingediende 15 bestellingen, maar gelooft ook Alpina-chef Burkard Bovensiepen, wiens zuinige model 328 zeer goed verkoopt en die nog twijfelt om een wezenlijk sterkere versie van de 3-serie in het programma op te nemen. Een 200 pk-alternatief biedt inmiddels ook Schnitzer in Freilassing, die de 323i-seriemotor hebben voorzien van een uitlaatgasturbo. Met een testverbruik van 16,8 liter per 100 km (1 op 6) is de motor van Hartge waarschijnlijk zuiniger dan de Schnitzer-turbo.

De voordelen van de Hartge 335i liggen voor de hand en worden tijdens de testritten van sport auto bevestigd. Een vet koppel van bijna 300 Nm wordt bij een krukastoerental van 3500 per minuut bereikt. En tijdens het rijden lijkt het alsof het geweld pas bij 4000/min echt begint.

Soevereiniteit is alles, schakelen eigenlijk onbelangrijk, de sportbak met korte vijfde trap is eigenlijk overbodig, zelfs eerder nadelig. Snel reizen wordt met de absoluut vollast bestendige 335i tot de spelenderwijste bijzaak ter wereld. Bij 231 km/h en 5300/min bereikte de Hartge-raket zeer stabiel de topsnelheid. Zonder twijfel: of het nu ‘just for run’ (alleen om te racen) of ‘just for fun’ is – de concurrentie is, wat betreft de prestaties, dun gezaaid. Want ook zijn sprintvermogen (naar 100 km/h in 6,8 s) is aanzienlijk.

In de sport auto-test bleek echter ook dat zijn kritische punten in het onderstel liggen. Want dat kan, beeldend gesproken, de onstuimigheid van het specifieke gewicht niet meer volledig overbrengen.

Het grootste probleem is de koplastigheid van de 335i. Zo is hij alles behalve razendsnel om krappe bochten te dirigeren. Vergelijkende proeven in het motordroom van Hockenheim demonstreren dat duidelijk. Vooral bij de cirkeltest (57,5 km/h) en in de slalom (63,0) hinkte de ondersturende en pas laat onder last zich neutraliserende pk-patser achter zwakkere broeders aan. Zelfs wedelen (120,0) en de handlingproef (82,3) brachten geen optimale resultaten. De hoofdoorzaak is onder andere dat de gebruikte schokdempers niet bij de veerkarakteristiek pasten en er vóór een te zachte afstemming werd gekozen. Geïnteresseerden kan dus worden aangeraden een uitgebreide ondersteldiscussie te voeren om de persoonlijke eisen (sport of comfort) te verwezenlijken.

Aan het lawaai is echter niets te veranderen. Vanaf 4000/min is er in het interieur een onaangename dreunfrequentie te constateren, en de omgeving ondergaat elke trap op het gas bij een stoplicht als het dreigende gebrul van een vechtstier. De enige uiterlijkheid van de BMW Hartge 335i overigens, die niets meer met Meer zijn dan lijken te doen heeft.

 



OVERIGE BMW