BMW 2000 C/CS
|
Bouwperiode |
1965-1969
(C: 2837 ex., CS: 8883 ex.) |
|
Motor |
4
cilinder lijnmotor |
|
Boring
x slag |
89
x 80 mm |
|
Cilinderinhoud |
1990
cm³ |
|
Max.
vermogen |
100
/ 120 pk @ 5500/min |
|
Max.
koppel |
16,0
/ 17,0 mkg @ 3000 / 3600/min |
|
Compressieverhouding |
1
: 8,5 / 9,3 |
|
Mengselbereiding |
1
valstroomcarburateur Solex 40 PDSI / 2 dubbele vlakstroomcarburateurs
Solex 40 PHH |
|
Versnellingen |
4
(of 3 trapsautomaat) |
|
Voorwielophanging |
McPherson
veerbenen, schroefveren / idem met stabilisatorstang |
|
Achterwielophanging |
Dwarsarmen,
schroefveren / idem met stabilisatorstang |
|
Remmen
voor |
Schijven
272 mm |
|
Remmen
achter |
Trommels
250 mm |
|
Velgen |
5,5
J x 14 |
|
Banden |
6,95/175
S 14 (4PR) / 6,95/175 H 14 (6PR) |
|
Wielbasis |
2550
mm |
|
Spoorbreedte
v/a |
1330
/ 1376 mm |
|
Lengte
/ breedte / hoogte |
4530
/ 1675 / 1360 mm |
|
Gewicht |
1200
kg (automaat 1220 kg) |
|
Tankinhoud |
53
liter |
|
Topsnelheid |
172
(automaat 168) / 185 km/u |
|
0
- 100 km/u |
13
(automaat 14) / 12 s |
Opmerkingen
De 2000 C/CS werd ontworpen door het BMW design-team onder leiding van Wilhelm Hofmeister.
Hij was bedoeld als een goedkoper alternatief voor de grote 3200 CS met V8-motor. Al
direct bij de presentatie was de neus van de auto omstreden. De vorm van de koplampen
leverde hem de oneerbiedige bijnaam "spleetoog" op. De carrosserie werd gebouwd
door Karmann in Osnabrück waarna de auto werd afgebouwd in München. De viercilinder
motoren werden geroemd om hun souplesse en prestaties. In feite was de 2000 C, vooral in
combinatie met de automatische transmissie, een comfortgerichte auto, terwijl de 2000 CS
("S" staat voor sport) eerder sportief te noemen was.