Als een eerbetoon aan de eigen (en geweldige) overwinning op Le Mans heeft McLaren een speciale versie van de F1 ontwikkeld. Dat hij nog sneller is dan de gewone F1 spreekt voor zich. McLaren claimt een topsnelheid van niet minder dan 360 km/h. De auto draagt het insigne LM, voor Le Mans. Hij wordt ultra-zeldzaam: McLaren heeft aangekondigd er slechts vijf te zullen bouwen.
De LM is geen exacte replica van de Le Mans-overwinnaar, maar
daar moeten we alleen maar blij om zijn. Voor de grote 24-uursrace waren de F1s namelijk
getooid met de reglementair verplichte restrictors op de luchtinlaat. Het goede nieuws is
dat deze vermogensfrustrerende barrières er bij de LM niet opzitten. Hij is dus nog
sneller dan de Le Mans-racer, het grootste verschil is de acceleratie: de LM katapulteert
zichzelf in krap drie seconden van 0 naar 100 km/h en binnen vijf (!) seconden is hij de
160 km/h gepasseerd. Zijn hogere vermogen en lagere gewicht maken hem, in elk geval op
papier, tot een stukken spectaculairder voertuig dan de Ferrari' F50.
Zijn sprintvermogen heeft de LM niet alleen te danken aan de afwezigheid van de
restrictors, maar ook aan het feit dat hij zon zestig kilo lichter is. Voor de rest
zijn beide autos zo goed als hetzelfde: hier en daar zijn wat modificaties nodig
geweest om de F1 klaar voor gebruik op straat te maken.
De F1 LM is niet alleen een eerbetoon aan de grandioze overwinning tijdens het Le Mans-debuut, maar is ook een hommage aan Bruce McLaren die niet alleen op Le Mans reed maar intensief aan de Can-Am raceserie meedeed. De wagens van Bruce wonnen tussen 1967 en 1971 niet minder dan vijf Can-Amkampioenschappen en Bruce zegevierde zelf op Le Mans in 1966 in een Fordt GT40 Mark II. Bruce liet zijn wagens bij voorkeur oranje spuiten en het is precies die kleur die McLaren voor de LM gebruikt heeft.
De reglementen voor de 24 uren van Le Mans schreven voor de
F1s twee inlaatrestrictoren voor, elk met een diameter van 39,4 mm, wat als resultaat gaf
dat het motorvermogen niet boven de 636 pk kwam en de topsnelheid tot 345 km/h beperkt
bleef. De hier voorgestelde F1 LM heeft die beperking niet en moet volgens McLaren 668 pk
onder het pedaal hebben en tot een top van 360 km/h in staat zijn. Het maximum koppel van
de door BMW ontwikkelde V12 is een magistrale 705 Nm.
Om maximaal gebruik te maken van de grotere luchttoevoer heeft de V12 van de LM een ander
nokkenasprofiel dan die van de F1 GTR en heeft hij een hogere compressie en een anders
geprogrammeerd motormanagement. De V12, opgetuigd door niets minder dan BMW Motorsport, is
geheel van lichtmetaal (met Nikasil gecoate cilinderwanden) en is als dragend element in
de chassis-structuur opgenomen. De carterpan, de behuizingen van de oliepomp en de
variabele kleptimingen en de kleppendeksels zijn van een superlichte magnesiumlegering
gegoten. De luchtinlaatmond (die via het dak inademt) is van een koolstofvezelcompositie
gemaakt. De LM heeft van de GTR afgeleide dry-sumpsmering waarvan de olietanks in het
rechter bagagecompartiment zijn ondergebracht.
Om het gigantische koppel van de 6,1-liter V12 aan te kunnen is de standaardbak van de F1
fors aangepast, naar specificaties die dicht bij die van de Le Mans-winnende GTR komen. De
ratios zijn anders, bovendien heeft de (zes)bak rechte vertandingen met complete
synchromesh en heeft hij zwaardere assen en lagers. Om de zaak onder alle omstandigheden
gesmeerd te laten verlopen, heeft de LM hetzelfde heavy duty smeersysteem dat
McLaren voor de GTR op Le Mans gebruikte. De bijbehorende olietank en oliekoeler bevinden
zich eveneens in het bagageluik ter rechterzijde. Een op maat gemaakt AP Racing koolstof
compositiekoppeling, extra zware aandrijfassen, extra zware homokinetische koppelingen en
een high lock sperdifferentieel behoren eveneens tot de standaard voorzieningen van
de LM, die waarschijnlijk de begeerlijkste der F1s mag heten.
Het koetswerk van de LM is in grote lijnen dezelfde bij
McLaren in huis gemaakte monocoque die voor de F1 gebruikt wordt. Maar op de eerste plaats
is de aërodynamica anders. In de windtunnel van het F1-team zijn een nieuw neusstuk,
nieuwe bodempanelen en een achtervleugel ontwikkeld, die samen aanzienlijk meer
neerwaartse druk ontwikkelen dan de straat-F1 standaard heeft. In de nieuwe neus zijn
horizontale sleuven gemaakt die koelende buitenlucht naar de voorremmen gidsen. Omdat het
minstens zo belangrijk is dat de bestuurder het hoofd koel houdt, is er in de neus een
luchtinlaat waarlangs lucht naar het gezicht van de coureur/chauffeur kan gaan.
Hoe ver de aandacht voor details gaat, blijkt uit de koelsleuven die zich aan iedere kant
van de centrale neusopening bevinden. De F1 en dus ook de LM heeft over de
volledige lengte van de monocoque twee holle balken waardoor heen het bedienmechanisme van
de versnellingsbak en het leidingwerk van het koelsysteem lopen. Om te voorkomen dat zich
daar hoge temperaturen ontwikkelen, die een nadelig effect hebben op het klimaat in de
cockpit, wordt door deze balken koude buitenlucht geleid, afkomstig van de zojuist
genoemde openingen. Die lucht komt uiteindelijk uit in de motorruimte zodat hij ook daar
een koelend effect heeft.
De twee grote inlaten die zich aan de buitenste zijden van de neus bevinden, laten
koellucht door naar de twee radiatoren die elk voor een voorwiel zijn ondergebracht. De
warme lucht kan naar buiten via de sleuven achter de voorwielen.
Zoals al aangeroerd heeft McLaren zich veel moeite getroost om de ventilatie in de cockpit
naar topniveau te brengen. Het systeem is nu zo goed, zegt McLaren, dat de hoeveelheid
lucht in het interieur elke minuut in zijn geheel drie keer ververst wordt. De centrale
zitpositie is er natuurlijk nog altijd, zeker omdat die tijdens de 24 uur van Le Mans een
extra voordeel bleek te hebben: de wissel van rijders ging vlotter dan anders doordat een
er links uit en de ander er rechts in kon. De bestuurdersstoel heeft net
zoals die van de Le Mans GTR grotere schouderstukken en een diepere kuip om het torso van
de rijder te helpen de grotere hoeveelheid G-krachten te weerstaan. Omdat de V12 van de LM
hogere toerentallen aankan is de calibratie van de toerenteller opgewaardeerd en heeft de
snelheidsmeter een nieuw maximum van 400 km/h gekregen. De voorruit is van ultralicht,
maar gelamineerd glas en is (elektrisch) verwarmd om beslaan tegen te gaan. De achter- en
zijruiten zijn van kunststof.
Uit de ophanging van de F1 zijn (allen achter, niet voor) alle flexibele rubbers en bussen gehaald en vervangen door harde competitie-exemplaren. Voor is wel de antirolstang door een zwaardere vervangen, die bovendien volledig instelbaar is, net zoals overigens de rest van de voorwielophanging met zijn gasgevulde Bilstein dempers. De wielen hebben een diameter van 18 inch en zijn als een stuk van magnesium gegoten. Voor zijn ze 10,85 inch breed, achter 13. Dat het wielen zijn met een centrale moer (en borgpin) spreekt voor zich. Achter de wielen gaan enorme remmen van Brembo schuil. De banden zijn door Michelin speciaal voor de LM ontwikkeld. Qua maatvoering zijn ze nagenoeg dezelfde als die McLaren tijdens Le Mans gebruikte.
We zullen de LM slechts zelden op de weg zien. Ron Dennis
heeft aangekondigd er slechts vijf te bouwen. De prijs af fabriek is 680.000 Engelse
ponden. Op het moment dat dit nummer van Autovisie in de winkels ligt, zullen die zo goed
als zeker allemaal verkocht zijn. De autos zijn in slechts één kleur beschikbaar:
Bruce McLarens fameuze oranje.
Ook de gewone F1 zal een zeldzame verschijning worden. Ron Dennis maakte
tijdens de onthulling van de LM publiek dat McLaren de productie van de F1 in 1997 zal
staken. Er zullen dan honderd F1s gemaakt zijn.
Uit: Autovisie 1/96
Door: Ton Roks