BMW ART CAR COLLECTION
Het idee voor de BMW Art Cars ontstond in 1975 toen de Franse veilingmeester en
autocoureur Hervé Poulain voor het eerst van start ging in de 24 Uren van Le Mans. Poulain zocht naar een verbinding
tussen kunst en autosport. Zo kwam hij op het idee zijn 480 pk sterke BMW 3.0 CSL door een kunstenaar te
laten verfraaien. Zijn vriend Alexander Calder, die destijds in het Franse Saché woonde, kreeg de opdracht
voor dit rijdende kunstwerk.
Het resultaat vond allerwegen zoveel bijval, dat men van de kant van BMW besloot het experiment voort te zetten. Het jaar daarna overtrok de New Yorkse kunstenaar Frank Stella een BMW 3.0 CSL Turbo met geometrische vlakken en in 1977 was Roy Lichtenstein verantwoordelijk voor de beschildering van een BMW 320i Groep 5. Al deze auto's bewezen op het circuit van Le Mans dat ze race proof waren.
Na een onderbreking van één jaar werd die traditie voortgezet met een door Andy Warhol beschilderde BMW racewagen. Tot Warhol hadden de kunstenaars hun ontwerpen eerst uitgevoerd op een modelauto in schaal 1 : 5, waarna hun ontwerpen in een speciale spuiterij werden gerealiseerd. Tenslotte signeerden de kunstenaars hun werken op bumpers of dak. Andy Warhol was de eerste die er op stond zelf penseel en verf ter hand te nemen om zo de auto geheel zijn persoonlijke handschrift te geven.
Wat eens begonnen was in de autosport, werd spoedig daarbuiten voortgezet. De basis voor de Art Car van Robert Rauschenberg was een standaard BMW. Ook het spectrum van kunstenaars, stijlen en nationaliteiten werd verbreed. Ernst Fuchs, de oude Oostenrijkse meester van het fantastisch realisme, werd in 1982 de eerste Europese Art Car kunstenaar, toen hij een BMW 635 CSi beschilderde.
In 1989 liet BMW Australia twee raceversies van de BMW M3 beschilderen, de ene door de autochtone kunstenaar Michael Jagamara Nelson in de Papunya kunsttraditie, de andere door de meer westers georiënteerde Ken Done. Daarna, aan het begin van de jaren negentig, stelde BMW Japan de door Matazo Kayama gecreëerde BMW 535i voor, terwijl in Europa de Spanjaard César Manrique zich inspireren tot het design van een BMW 730i. In 1991 volgde de eerste door een Duitse kunstenaar vormgegeven Art Car: een BMW Z1 van A.R. Penck.
De verzameling Art Cars is hiermee in geen geval compleet. Er zullen er nog meer bijkomen.
De collectie is al op tentoonstellingen over de hele wereld te zien geweest en dat zal ook in de toekomst het
geval zijn.
Hieronder volgt een overzicht van de BMW Art Car Collection
Alexander Calder (USA) - BMW 3.0 CSL (1975)
Zescilinder lijnmotor, 24V, dohc, 3210 cc, 480 pk, 291 km/h.
Deze CSL reed in 1975 in de 24 Uur van Le Mans met aan het stuur de Amerikaan Sam
Posey en de Fransen Jean Guichet en Hervé Poulain. Het was de eerste en tevens laatste racedeelname van de
auto. Na zeven uur werd de auto vanwege een defecte aandrijfas uit de strijd genomen en is sindsdien een
tentoonstellingsstuk.
- -
-
Frank Stella (USA) - BMW 3.0 CSL (1976)
Zescilinder lijnmotor, turbo, 24V, dohc, 3210 cc, 750 pk, 341 km/h.
Deze coupé nam deel aan de 24 Uur van Le Mans in 1976 zonder zich te klasseren.
Daarna kwam de auto nog één keer aan de start in een race voor het WK voor merken in Dijon, Frankrijk.
Hij werd toen bestuurd door de internationaal bekende coureur Ronnie Peterson, een vriend van Frank
Stella. (Twee jaar later overleed Peterson tijdens de Grand Prix van Monza.)
Roy Lichtenstein (USA) - BMW 320i Groep 5 (1977)
Viercilinder lijnmotor, 16V, dohc, 2000 cc, 300 pk, 257 km/h.
Nadat het ontwerp van Lichtenstein op de auto was uitgevoerd, ging hij meteen dubbel in premiére: als kunstwerk in het Centre Pompidou in Parijs en als raceauto in de 24 Uur van Le Mans. Hij werd bestuurd door de Fransen Hervé Poulain en Marcel Mignot. De wagen werd negende overall en eerste in zijn klasse.
---
Andy Warhol (USA) - BMW M1 Groep 4 (1979)
Zescilinder lijnmotor, 24V, dohc, 3500 cc, 470 pk, 307 km/h
De eerste en enige keer dat er met dit rijdende kunstwerk werd geracet was tijdens de 24 Uur van Le Mans in 1979. Hij werd bestuurd door de Westduitser Manfred Winkelhock en de Fransen Hervé Poulain en Marcel Mignot. Zij finishten zesde overall en werden tweede in hun klasse.
Robert Rauschenberg (USA) - BMW 635 CSi (1986)
Zescilinder lijnmotor, ohc, 3430 cc, 211 pk, 220 km/h.
De premiére van deze standaard coupé vond plaats in de BMW Gallery in New York City. Hij vormt de afronding van de Amerikaanse pop art automobielen. Eind 1988 vierde hij zijn Europese premiére in West-Berlijn, waarna hij nog in vele andere Europese steden werd tentoongesteld.
Ernst Fuchs (Oostenrijk) - BMW 635 CSi (1982)
Zescilinder lijnmotor, ohc, 3430 cc, 218 pk, 229 km/h.
Deze door Ernst Fuchs vormgegeven Art Car werd beschilderd ter gelegenheid van de tentoonstelling "Art as illustration - illustration as art" en was te zien in de BMW Gallery in München. In 1984 werd hij tijdens het Europhot Congress in Darmstadt gepresenteerd. De auto is een puur tentoonstellingsobject en is nog nooit gebruikt op de openbare weg of het circuit.
Michael Jagamara Nelson (Australië) - BMW M3 Groep A (1987)
Viercilinder lijnmotor, 16V, dohc, 2332 cc, 300 pk, 281 km/h.
Deze Art Car van Michael Jagarama Nelson is een idee van de Motorsport Division van BMW Australia, die destijds werd geleid door de bekende Australische coureur Frank Gardner. In 1987 won Tony Longhurst, rijdend voor het JPS-BMW Team, in deze auto het Australische AMSCAR Championship. In het raceseizoen 1988 werd de BMW ingezet door het Mobil 1 Racing Team en gereden door meervoudig Australisch kampioen Peter Brock. Ook werd hij dat jaar gebruikt tijdens enkele evenementen door televisiecommentator en coureur Neil Crompton.
Ken Done (Australië) - BMW M3 Groep A (1987)
Viercilinder lijnmotor, 16V, dohc, 2332 cc, 300 pk, 281 km/h.
Ook deze Art Car is een initiatief van de Motorsport Division van BMW Australia. Hij startte voor het JPS-BMW Team en won met Jim Richards aan het stuur het Drivers Championship in de Australische Groep A. In 1988 werd er met deze M3 nog één wedstrijd gereden om daarna de rest van zijn leven te slijten als kunstwerk.
Matazo Kayama (Japan) - BMW 535i (1990)
Zescilinder lijnmotor, ohc, 3430 cc, 211 pk, 227 km/h.
Deze Art Car is enkel en alleen bedoeld als kunstwerk voor tentoonstellingen. Zo kon Kayama de auto vormgeven met behulp van de indrukwekkende maar delicate Japanse folie-druktechniek.
César Manrique (Spanje) - BMW 730i (1990)
Zescilinder lijnmotor, ohc, 2986 cc, 188 pk, 222 km/h.
Manrique, voorvechter van harmonie tussen mens en natuur, cultuur en natuur, is zich er van bewust dat, sinds de uitvinding van het wiel, de verwezenlijking van mobiliteit de mens een enorme sprong voorwaarts heeft doen maken. Mobiliteit is een van de kernthema's tijdens de internationale tentoonstellingstour van de BMW Art Car Collection.
A.R. Penck (Duitsland) - BMW Z1 (1991)
Zescilinder lijnmotor, ohc, 2494 cc, 170 pk, 225 km/h.
Esther Malangu (Zuid-Afrika) - BMW 535i (1991)
In één week transformeerde Malangu deze 535i tot een typisch product van de Afrikaanse Ndebele-kunst.
Sandro Chia (Italië) - BMW 3-serie Touring Car Race-prototype (1992)
Eigenlijk schreeuwde de auto het uit: "Beschilder mij! Beschilder mij!". Aldus Sandro Chia. Hij leefde zich nu eens legaal uit, want als kind tekende hij graffiti op auto's....
David Hockney (Groot-Brittannië) - BMW 850 CSi (1995)
In het ontwerp van deze Art Car heeft Hockney onderdelen van de binnenzijde zichtbaar gemaakt aan de buitenkant, zoals ook het silhouet van de bestuurder op het portier is te zien. Verder zijn er delen van een landschap op waar te nemen, omdat auto's daar nu eenmaal vaak doorheen rijden.