BMW M635 CSi – Nieuwe zescilindercoupé met M1-motor

M van Mumm*

* Mumm betekent: pit, energie.

Uit auto motor und sport 16/1983. Door Klaus westrup. Vertaling: © Bram Visser, 2005.

De middelste letter is het, waarmee de Bayerische Motoren Werke proberen te fascineren. De M van motor, de M van motorsport, en noodzakelijkerwijs ook de M van Mumm (energie), die – vreemd genoeg in deze tijd – versterkt in de automobiele trend ligt. Is het misschien de trek van de lemmingen, de weg in de verkeerde richting?

In de marketingafdelingen van de automobielfirma’s ziet het er anders uit, en bij BMW bijzonder veel. “De wens naar veel vermogen bestaat”, verklaart BMW-man Thomas Gubitz en roept daarmee de oeroude vraag op wat er nou het eerst was, de kip of het ei. Want het is ook zo dat in de wereld waarin we leven, wensen worden opgewekt en dan inderdaad op bevrediging wachten. Geen mens heeft de goed gemotoriseerde BMW coupé 635 CSi ooit krachteloosheid verweten. Maar feit is ook dat op de IAA in Frankfurt een coupé zal staan, die uitgerekend op de criteria waar nooit bezwaar over werd gemaakt, stijgingen presenteert.

M maakt het mogelijk. De kleine letter, in de rode kleuren van BMW Motorsport GmbH, prijkt decent op de neus en de kont van het nieuwe vlaggenschip en zorgt bij alle vermogens-onverzadigbaren voor een op zijn minst tijdelijke, verhoogde spanning. Onder de motorkap wordt dan in alle pracht getoond, wat M nou zo allemaal te betekenen heeft. Hier is het geen hemdje en ook geen tijdschrift, maar een ook optisch imposante zescilindermotor, die een van de interessantste erfstukken van de automobielgeschiedenis vormt. Hij stamt namelijk af van niets minder dan de in een oplage van 450 stuks tot 1981 gebouwde BMW M1.

De vrienden van het merk zullen zich de middenmotorcoupé herinneren, die voor een prijs van 113.000 Mark werd verkocht en in de auto motor und sport-test een topsnelheid van 265 km/h bereikte. Zelfs Kenny Roberts, wereldkampioen motorracen, en Grand Prix-piloot Alan Jones vonden dat voldoende voor de openbare weg; beiden kochten een M1.

De overige potentiële kopers lieten echter op zich wachten, en echte ‘business’ werd de M1 – inmiddels een hoog geprijsde occasion op de gebruikte-automarkt – dan ook geenszins. Zo verdween hij na een kort gastoptreden, en als de BMW-managers zich zijn mooie spel niet hadden herinnerd, zou met de auto ook zijn prachtige motor in het Nirwana zijn verdwenen.

Nu is hij er dus weer, en dat hij met zijn beide bovenliggende nokkenassen en in totaal 24 kleppen nog een beetje sterker is geworden, zal de kooplustige tandartsen en advocaten zeker niet storen. 286 paardenkrachten zullen in het voorjaar van 1984, als het M-pakket op de piste wordt losgelaten, op de kentekenbewijzen staan plus de eveneens indrukwekkende topsnelheid van 250 km/h. (Deze gegevens staan op Duitse kentekenbewijzen vermeld – BV)

In tegenstelling tot de basisversie kenmerkt  de 24-klepper zich door digitale motorelektronica (mechanische inspuiting bij de M1), nieuw is vergeleken met de 635 CSi ook een versterkte vijfversnellingssportbak, die de maximaal 340 Nm aan een differentieel met 25% sperrende werking doorgeeft. Het verbeterde coupéonderstel kenmerkt zich door gasdrukschokdempers rondom en rust op flinke lichtmetalen wielen van het formaat 165 TR 390 met Michelin TRX-banden 220/55 VR390.

Een niet onbelangrijk optisch effect vormt de nieuwe, lagere voorspoiler met geïntegreerde mistlampen; achter neemt de M635 CSi echter afscheid als de eerste de beste dorpspummel, met een rubber strip op het kofferdeksel. Zelfs de in de koffer geplaatste accu geeft daarbij vergeleken een vrolijke aanblik.

In het interieur is de M-coupé met zijn voortreffelijk geprofileerde sportstoelen, de foutloze instrumenten en het appetijtelijke leren stuurwiel weer geheel kosmopolitisch en roept geen verontwaardigde gedachten op, dat BMW zich met deze op leeftijd gekomen auto in de kring der droomauto’s heeft geschaard. Wat betreft de prijs is eveneens in deze richting gekoerst – met ongeveer 90.000 Mark zowel in de onderste exotenregio liggend alsmede ongeveer 25.000 Mark boven de normale 635.

Moet men nu gaan uitrekenen of deze auto met zijn naar schatting 5.000 Mark dure 24-kleppenmotor werkelijk zo veel moet kosten? Dat moet men niet. Want ook veel andere auto’s zijn, als men zo redeneert, veel te duur.

In de upper class is het grote handophouden van de fabrikanten nog het makkelijkst te zien. Niet alleen komt het de klanten niet aan op een paar duizendjes - die zijn, meestal onbewust, zelfs gewenst. Want niets ergert de verwende welgestelde meer dan het te geringe onderscheid van de medeburger. De 24 kleppen in de lichtmetalen cilinderkop onderstrepen deze inspanning op geheel technische wijze, en de manier waarop ze dat doen, is werkelijk alle eer waard.

Natuurlijk heeft men bij BMW ook overwogen om de turbomotor van de 745i naar de nobelste coupé over te hevelen, maar men is – om goede redenen – daar weer van teruggekomen. De agiele, monter op het gaspedaal reagerende zuigermotor past volgens BMW beter bij het karakter van een dergelijke auto, en tenslotte “wil men ook wat van de motor horen”, zoals een Bayerische Motorenwerker placht uit te drukken.

Als de twee dozijn kleppen hun spel zijn begonnen, hoort men inderdaad wat, namelijk een zeer melodieuze, krachtig klinkende toon, die in het interieur ook bij hoge toeren niet toeneemt tot het akoestische inferno, waarmee de M1-bemanning rekening moest houden. Bij de welluidende sound passen de overige motorische uitingen perfect en tonen onmiskenbaar, dat het jammer zou zijn geweest deze zescilinder samen met de M1 te laten verdwijnen. Want tot zijn voortreffelijke kwaliteiten behoort niet alleen het hoge specifieke vermogen van 83 pk per liter, maar ook een opmerkelijke gecultiveerdheid, die zich in de eerste plaats door een nagenoeg trillingsvrije loop kenmerkt. Maar ook een andere eigenschap van deze verbrandingsmachine vindt zo snel zijn gelijke niet: de manier waarop het vermogen wordt geleverd.

Juist dan wordt geopenbaard dat de vele kleppen in werkelijkheid natuurlijk meer zijn dan alleen een marketinggimmick, omdat ze een zeer gelijkmatige en continue krachtontplooiing mogelijk maken. Reeds vanaf 1500 omwentelingen laat de M-machine zich soepel accelereren, waarbij boven de 4000 toeren een niet onaanzienlijke push inzet. De prestaties, waartoe de van een sportief gespatieerde vijfversnellingsbak voorziene M635 CSi toe in staat is, zijn werkelijk indrukwekkend (0-100 km/h in 6,9 s; 0-1 km in 26,6 s) en brengen de opgewaardeerde coupé juist op dit punt in de nagestreefde positie.

Prettig genoeg komt het hoge prestatievermogen van de auto zonder veel pressie bij de bestuurder aan en laat hem zonodig ook rustig voortrollen, waarbij deze manier van voortbewegen door de rest van de auto wordt ondersteund. Het veercomfort is voor een sportwagen in de vereiste hogesnelheidsafstelling verbazend goed, de handling is prima, en wat betreft de vaak geciteerde dagelijkse bruikbaarheid kan men wat dat betreft alleen het beste verwachten. Vermoedelijk zal de bijna 300 pk sterke 1,5-tonner niet eens zo veel verbruiken, want reeds de M1 viel met een testverbruik van rond de 16 liter, gezien de vermogensklasse, niet uit de toon.

BMW heeft er dus goed aan gedaan, zo valt na de eerste indrukken vast te stellen, de 24-klepper niet te verschroten. Hier is een gran Turismo in klassieke zin ontstaan, een auto voor grote reizen.

 

 E24 TESTBERICHTEN