ROADTEST
BMW 600
Uit:
Autovisie 10/1958. Door G.P. Berk.
Men behoeft waarschijnlijk niet over een profetische aanleg te beschikken om te
kunnen voorspellen dat het voor ons liggende jaar in het teken zal staan van de
ultra-kleine auto, die minicars die voor het merendeel in de laatste maanden van
1957 door de verschillende fabrieken op de automobieltentoonstellingen van
Frankfort en Parijs werden geïntroduceerd. Dit jaar zal beslissen of deze
minicars werkelijk een bestaansrecht hebben. De tijd is gunstig, maar het zijn
niet alleen de economische omstandigheden – het over de gehele linie
teruglopen van het welvaartspeil, de bestedingsbeperking e.d. – die zullen
uitmaken of de ultra-kleine auto zijn belofte als
voertuig-voor-de-massa-motorisering zal kunnen inlossen. Belangrijker is het of
zij de strijd met de kleine auto zullen kunnen aanbinden. En dit is zuiver en
alleen een kwestie van onderhoudskosten. Want nu reeds staat vast dat het
verschil tussen de aanschaffingsprijs van de diverse ultra-kleine auto’s –
of minicars, beide nare woorden maar voorlopig weten wij geen betere – en de
aanschaffingsprijs van de reeds langer bestaande ‘kleine’ auto in de meeste
gevallen te gering is om de eerstgenoemde categorie op dit punt aantrekkelijk te
maken. In dit verband mag natuurlijk niet vergeten worden dat de zaken in
Nederland voor de ultra-kleine auto wel bijzonder ongunstig staan, omdat aan de
ene kant de invoerrechten en belastingen zo hoog zijn dat de verkoopprijs hier
in geen enkele verhouding meer staat tot de oorspronkelijke prijs van het
product, terwijl aan de andere kant de benzine in ons land ook weer niet zó
kostbaar is dat men op dit punt het onderste uit de kant behoeft te halen, zoals
bijvoorbeeld in Frankrijk en Italië. Hoe ook, de ultra-kleine auto zal voor
zijn bestaansrecht moeten vechten. En het leek ons daarom interessant het
roadtestjaar 1958 te beginnen met een wagen uit deze klasse, een wagentje van
een sprankelend ontwerp en gemaakt door een fabriek wiens reputatie op het
gebied van motorenbouw boven iedere twijfel verheven is.
Hoewel de BMW 600 in wezen een geheel nieuwe creatie genoemd kan worden, is het
ontwerp toch opgebouwd uit twee hoofdingrediënten, die ieder voor zich al lange
tijd bij de Bayerischen Motoren Werke gebruikt werden.
Ten eerste vertoont de 600 een duidelijke familieverwantschap met de BMW Isetta,
waarvan er in de loop der jaren ongeveer 75.000 werden vervaardigd. Immers,
zowel bij de Isetta als de 600 is het wagenfront gelijk portier en dus kan deze
constructie zonder voorbehoud als beproefd beschouwd worden. Voorts is de
krachtbron van de 600 een direct derivaat van de – men mag wel zeggen
wereldberoemde – tweecilinder boxer die deze Beierse firma sinds 1923 in haar
eveneens wereldberoemde motorfietsen toepast.
De machine in kwestie is natuurlijk speciaal geschikt gemaakt als krachtbron
voor een auto, zo is hij voorzien van een geforceerde koeling middels een direct
door de krukas aangedreven ventilator en is het motorvermogen opzettelijk
getemperd om een lange levensduur te kunnen garanderen. Met een
compressieverhouding van 1:6,5, die het mogelijk maakt normale benzine te
gebruiken, ontwikkelt deze 585 cc-motor 19,5 pk bij 4000 omw/min. Dezelfde
krachtbron geeft wanneer zij voor motorfietsen wordt gebruikt in de
standaardversie een 28 tot 30 pk en in sportuitvoering een 35 tot 40 pk.
Aangezien laatstgenoemde motoren al een hele reputatie hebben wat betreft hun
lange levensduur, kunnen de verwachtingen wat de krachtbron van de 600 betreft
gerust zeer hoog gespannen zijn. De tweecilinder boxer – een kopklepper –
behoort tot de categorie korte slagmotoren (boring x slag = 74 x 68 mm). Het
maximaal vermogen wordt ontwikkeld bij 4000 omw/min, en de zuigersnelheid bij
dit toerental ligt bij 10 m/sec, een bepaald zeer lage waarde.
Deze BMW 600-motor is echter niet alleen in theoretisch-technisch opzicht een
juweel. De rustige loop en de fluwelen souplesse van deze tweecilinder boxer
zijn in een woord verrassend. Meestal zijn ultra-kleine auto’s lawaaierig en
tamelijk nerveus van aard. Er moet veel geschakeld worden en zij vertonen een
vrij hoge graad van mechanische luidruchtigheid. De BMW-krachtbron, die voor dit
kleine wagentje met zijn bijna 600 cc in wezen overbemeten is, heeft deze fouten
niet. Het is mogelijk om bijv. met 20 km/u in de vierde versnelling te rijden en
het geluidsniveau van de machine beperkt zich tot het sonore gebrom van de
uitlaat, driftig aanzwellend wanneer de sportieve geest van de rijder de
overhand krijgt en hij de motor op toeren laat komen, rustig en bedaard wanneer
de man achter het stuur ‘op z’n zondags’ rijdt.
Het schakelen op zichzelf is dankzij de voortreffelijk gesynchroniseerde
vierversnellingsbak – alle versnellingen zijn van synchromeshes voorzien –
een waar genoegen. Het kleine versnellingspookje op de grond heeft ondanks de
lange hefboom naar achteren een direct gevoel en een korte slag. Het enige waar
de bestuurder aan moet wennen is dat de versnellingen bij de BMW niet in een
zuivere H-vorm zijn opgesteld. In het begin heeft men daardoor moeite de eerste
versnelling te vinden, doch is het schakelpatroon eenmaal doorgrond, dan biedt
de versnellingsbak met zijn welgekozen overbrengingsverhoudingen alleen nog maar
aangename verrassingen.
De geruisloosheid van de motor wordt niet geheel geëvenaard door de
versnellingsbak, die vooral bij langzaam rijden in de hoogste versnelling –
althans bij ons testmodel – tandwielgejank ten gehore bracht. Bij hogere
snelheden verdween dit geluid echter volkomen en het ligt voor de hand dat het
euvel eerder zo sterk naar voren treedt door het ontbreken van mechanisch
motorlawaai, dan door het feit dat de bak zelf werkelijk overmatig luidruchtig
is.
De BMW 600 heeft een korte wielbasis van 1,70 m en kleine wieltjes en meestal is
deze combinatie nu niet ideaal voor een rustige en comfortabele vering. Het is
dan ook opzienbarend dat de BMW-ontwerpers er in geslaagd zijn om dit kleine
wagentje, door toepassing van een goed uitgebalanceerde niet te stugge en niet
te slappe vering, zo rustig te houden. De voorwielophanging is zodanig
uitgevoerd, dat de wielen rechtstandig-verticaal op en neer veren door middel
van een systeem dat enigszins aan de beroemde Lancia-vering doet denken. Achter
heeft men niet de goedkopere oplossing van pendelassen gebruikt, maar heeft men
een geheel onafhankelijke vering met slepende armen gekozen, die uiteraard
kostbaarder is maar dan ook, doordat de wielen ook hier zonder
vluchtveranderingen rechtstandig op en neer veren, het comfort zeer ten goede
komt. De motor bevindt zich achterin, achter de achteras. Het motorgewicht wordt
echter zodanig gecompenseerd door het gewicht van de bestuurder die op de vooras
zit, dat zelfs met alleen de man achter het stuur aan boord er geen sprake is
van staartlastigheid.
De liggingskarakteristiek van de BMW 600 is dan ook vrij neutraal. Men kan zelfs
eerder van licht onderstuurd, dan van werkelijk overstuurd spreken. De besturing
zelf is zeer direct. Doordat bij het voorwielophangingssysteem zoals dit bij de
BMW 600 is gebruikt, de hartlijnen van wiel- en fuseepen elkaar niet op de grond
raken, zodat er dus niet over ‘centrepoint’-besturing gesproken kan worden,
is de besturing vooral bij lage snelheden niet zo licht als men van een kleine
wagen zou verwachten. De combinatie van een korte wielbasis en een directe
besturing maken de BMW 600 tot een van de gemakkelijkst manoeuvreerbare
autootjes ter wereld. Daarbij komt dat de rijkwaliteiten, dus zowel de vering
als de bochtvastheid, op een bijzonder hoog niveau staan. Uiteraard is kortheid
van de wielbasis wel merkbaar in de stabiliteit op de rechte weg en is dit
lichte wagentje hierdoor, mede door de vorm van de carrosserie, tamelijk
gevoelig voor zijwind,
Uiterlijk roept de BMW 600 een directe gedachtenassociatie op met een bus. Het
is, wat vormgeving betreft, in feite ook een klein busje met frontbesturing en
niet een klein personenautootje. Het grote voordeel van deze constructiewijze
ligt voor de hand. Men heeft hier immers de gehele wagenvloer kunnen gebruiken
voor passagiersaccommodatie en daardoor kans gezien op een zo klein mogelijk
chassis een betrekkelijk ruime en werkelijk aan vier personen plaats biedende
carrosserie te bouwen. Een merkwaardige bijzonderheid die direct voortvloeit uit
het feit dat de voorbakpassagiers tussen de voorwielen zitten, is dat de neus
van de wagen tevens als portier fungeert. Wellicht zal deze constructie sommige
mensen onaangenaam voorkomen, omdat zij misschien bevreesd zullen zijn voor de
gevolgen van een eventuele frontale aanrijding. Het argument dat de
voorinzittenden zo kwetsbaar zijn, werd echter ook al gebruikt toen de eerste
auto’s met motor achterin werden uitgebracht en in de praktijk bleek dat deze
angst veelal ongegrond was, omdat ten eerste slechts een zeer klein percentage
van de ongelukken uit frontale aanrijdingen bestaat en ten tweede de gevolgen
van een motorblok dat naar achteren wordt geschoven doorgaans even erg zijn als
van een ingedeukte neus. Bij de BMW 600 is het frontportier trouwens extra zwaar
uitgevoerd: het is dubbelwandig en bovendien wordt het nog versterkt door het in
het portier gemonteerde reservewiel, dat eventueel als buffer kan fungeren.
Uiteraard is het grote voordeel van het frontportier – nl. dat de wagen dwars
tegen het trottoir geparkeerd kan worden, zoals bij de Isetta – door de
grotere lengte van de 600 teniet gedaan. Maar alles bij elkaar is het toch een
zeer acceptabele oplossing.
Resumerend moet worden opgemerkt dat de oorspronkelijkheid van het ontwerp en de
werkelijk bijzonder attractieve afwerking deze ultra-kleine vierzitter tot een
luxueuze uitschieter onder de mini-cars maakt, hetgeen helaas ook direct in de
prijs tot uiting komt. Het is een wagentje dat door zijn in verhouding enorme
inwendige ruimte zeer aantrekkelijk is als combinatiewagen voor zakelijk gebruik
en sportief genoegen. Want dat de BMW 600 ook een sportief element heeft
meegekregen, daar is geen twijfel over mogelijk. Trouwens, de reputatie van de
BMW-fabriek staat daar alleen al borg voor. Bovendien moet men er niet aan
denken wat voor mogelijkheden dit 600-chassistje kan bieden in de handen van
opfoktovenaars…
TECHNISCHE
GEGEVENS
MOTOR – luchtgekoelde tweecilinder boxermotor, kopklepper, achterin
gemonteerd, boring x slag 74 x 68 mm, 585 cc, compressieverhouding 6,5:1,
maximum vermogen 19,5 pk bij 4000 omw/min, specifiek vermogen 32,5 pk/liter,
gemiddelde zuigersnelheid 9,1 m/sec, elektrische installatie 12 Volt, accu 31
Ah, dynamo 130 Watt, carburatie d.m.v. een horizontale vlakstroom Zenith 28 klp
carburateur met acceleratiepomp. TRANSMISSIE – Enkelvoudige droge
plaatkoppeling, volledig gesynchroniseerde vierversnellingsbak,
overbrengingsverhoudingen 1. 3,54;
2. 1,94; 3. 1,27; 4. 0,864; R 3,45; achteras 5,43:1. CHASSIS
– Raamchassis. VERING – onafhankelijke voorvering met schroefveren ;
achter schroefveren, onafhankelijk met slepende armen. REMMEN – Voetrem
hydraulisch op alle vier de wielen, handrem mechanisch op de achterwielen.
BANDEN – Bandenmaat 5,20-10. MATEN EN GEWICHTEN – Wielbasis 170 cm;
spoorbreedtes 122/116 cm; lengte 290 cm; breedte 140 cm; hoogte 137,5 cm;
gewicht 515 kg; specifiek gewicht 26,4 kg/pk; draaicirkel ca. 8 m. INHOUD –
Benzinetank 23 liter; motorcarter 2,5 liter. MAX. SNELHEID – ca. 100 km/uur.
ACCELERATIE – 0-40 km/u: 4,8 sec; 0-60 km/u: 10,5 sec; 0-80 km/u 21 sec.
BENZINEVERBRUIK – gemiddelde bij normaal gebruik 1 op 20; afhankelijk van de
rijstijl van de bestuurder tussen 1 op 18 en 1 op 21. PRIJS – ƒ 4695,-.
Verwarming ƒ 65,-.
OVERIGE
BMW