RIJBERICHT BMW 630 CS / 633 CSi

DIE TWEE

Uit auto motor und sport 6/1976. Door Helmut Eicker. Vertaling: © Bram Visser, 2005.

Na ongeveer acht bouwjaren wordt de BMW coupéserie, die op het laatst uit de modellen 2.5 CS, 3.0 CS, 3.0 CSi en 3.0 CSL bestond en bij Karmann in Osnabrück werd gebouwd, afgelost door de nieuwe modellen 630 CS en 633 CSi die naar aanleiding van de salon van Genève première zullen vieren.

Bij deze – ondanks steun op de 5-serie – zelfstandige nieuwe ontwikkelde auto’s gaat het om krachtige, luxueus uitgeruste coupés met plaats voor vier personen. Meer dan bij de vorige modellen lag bij hun conceptie de nadruk op veiligheid en comfort, zonder echter afstand te doen van de sportiviteit.

Deze technische conceptie alsmede de prijzen van tussen de 39 000 en 45 000 mark duiden aan dat de nieuwe BMW-modellen in het gat duiken dat bestaat tussen de nadrukkelijk sportieve Porsche-modellen en de voor veel kopers te gezapige coupéversies van Daimler-Benz.

Het uiterlijk van de nieuwe zescilindercoupés komt buitengewoon uitgebalanceerd en rustig over. De proporties zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd. Sportiviteit wordt geenszins opdringerig of agressief geboden, maar eerder decent. Dat resulteert voornamelijk in de vlak geplaatste voor- en achterruit, de korte daklijn, de twee portieren en de standaard gemonteerde mooie lichtmetalen velgen.

Vergelijkt men de coupé met de limousine van de 5-serie, waarvan niet alleen de wielbasis (2626 mm), maar ook het middenstuk van de bodemplaat werd overgenomen, dan valt de meer gestrekte lijnvoering positief op. De coupé is 60 mm lager en 135 mm langer, zodat het BMW-ontwerp zelfs de zeker niet sierlijke SLC-concurrentie uit Untertürkheim overtreft.

De voorzijde van de wagen wordt gevormd door de typische, iets lager geworden BMW-grille met dubbele koplampen. Er zit een klein spoilertje onder de voorbumper. De achterpartij heeft een volledig nieuw aanzicht. Hij is meer gedrongen en compacter dan bij het vorige model.

Deze indruk wordt onderstreept door de krachtig gedimensioneerde B-stijl in het midden van de wagen, die samen met een in het dak geïntegreerde rolbeugel en de overige profielen van de opbouw een grote vormstijfheid van de interieurcel verzekert.

Vanzelfsprekend werd er bij de constructie van de coupé rekening gehouden met alle bestaande veiligheidsvoorschriften. Zo werden bijvoorbeeld naast de verplichte kreukelzone met vooraf berekende doorknikplaatsen de motorkap en diens interne versterking zodanig vormgegeven en met bijzondere vanghaken gefixeerd, dat hij bij een frontale botsing door de kinetische energie zodanig gericht vervormt, dat hij niet in de voorruit wordt gedrukt.

Zuinig, maar niet te zuinig gingen de BMW-designers met versiering om. De zijraamcontouren worden door chroomlijsten uitgelicht, de krachtige B-stijl is matzwart. Een rondlopende, eveneens zwarte kunststof regengoot moet het vuil worden van de stijlloze zijruiten en de achterruit verminderen.

Doelmatig is ook de op bumperhoogte opzij lopende stootlijst. Die is net als de beide bumpers met kunststof ingelegd en beschermt de flanken tegen kleinere beschadigingen.

De achterpartij met de grote achterlichten (met ingebouwde mistachterlichten), herbergt een voor een coupé reusachtige kofferruimte. Hij is praktisch van vorm, volledig bekleed en biedt in aparte vakken opbergmogelijkheden voor kleine spullen. In het kofferdeksel zit in een kunststof cassette het boord gereedschap.

Niet bijzonder groot uitgevallen echter is de brandstoftank, die rechtsachter onder de kofferbakbodem ligt en genoegen moet nemen met de plaats die het plat liggende reservewiel overlaat. Een tankinhoud van 70 liter is in deze klasse tamelijk krap en beperkt de actieradius bij geforceerd rijden gevoelig.

Ruimer gaat het er in het interieur aan toe, dat door twee brede portieren goed te bereiken is. Op de voorstoelen is veel ruimte en ook achterin kunnen twee personen zelfs op langere ritten relatief goed zitten. Omdat de instap naar achteren ook onproblematisch is, heeft de nieuwe BMW coupé – niet op de laatste plaats ook vanwege de grote kofferruimte – bijna limousineachtige gezinseigenschappen.

Hoewel de zitpositie voorin dankzij standaard stoelhoogte- en stuurwielverstelling voorbeeldig is, zijn verbeteringen aan de stoelen nog wel denkbaar: door een geprononceerdere profilering en traploze verstelling van de rugleuningen met een handbediend wieltje. Loofwaardig is de standaard uitrusting met vier hoofdsteunen en middenarmsteun achterin alsmede de keurig, grotendeels in de middenstijlen weggewerkte automatische voorgordels.

Ook het uitlicht laat geen wensen over, aangezien zelfs alle hoeken kunnen worden overzien. Standaard beschikken de nieuwe BMW-modellen over een voorruit van gelaagd glas en achterruitverwarming, die net als de zijruiten (achter elektrisch bediend) uit bronskleurig warmtewerend glas bestaan. Een handig detail is de elektrisch van binnenuit verstelbare buitenspiegel, die om veiligheidsredenen inklapbaar is.

Het energieabsorberend beklede dashboard is net als bij de 3-serie boogvormig naar de bestuurder toe geneigd, alle bedieningselementen zijn daarom moeiteloos bereikbaar en liggen goed onder handbereik. In het blikveld van de bestuurder zitten drie grote ronde klokken: snelheidsmeter, toerenteller en een combi-instrument (voor benzinevoorraad en koelwatertemperatuur). De instrumentenunit, die voorzien is van regelbare, oranje kleurige verlichting, bevat daarnaast acht controlelampjes. Een kwartklokje is ondergebracht in de ventilatieregelaar van de kachelbediening.

Nieuw is de links in het dashboard geplaatste unit met behulp waarvan per knopdruk niet minder dan zeven belangrijke functies kunnen worden bewaakt (zie hierna).

Bijzonder veel zorg hebben de BMW-technici besteed aan het uitgebreide verwarmings- en ventilatiesysteem, dat met aangenaam in de hand liggende draaiknoppen en twee schuiven bediend wordt en met een naar wens leverbare airconditioning gecombineerd kan worden.

Aan opbergmogelijkheden is geen gebrek met het afsluitbare dashboardkastje en open vakken op het dashboard en in de middenconsole. Bovendien zijn er achter de hoofdsteunen in de hoedenplank mooie verzonken vakken met deksels, die behalve twee luidsprekers ook een verbanddoos en andere zaken kunnen bevatten.

Zoals het exterieur maakt ook het interieur van de nieuwe BMW coupé over het geheel een gedegen, sportief elegante indruk. De uitgebalanceerde styling is hier evenzeer voor verantwoordelijk als de zorgvuldige keuze van de gebruikte materialen. Kleine afwerkingsfoutjes, zoals die bij de nog uit de voorserie stammende testwagens te zien waren, moeten voordat de serieproductie begint te verhelpen zijn.

Weinig hoofdbrekens hoefden de BMW-ingenieurs zich te maken over de motorisering van hun nieuwe modellen. Met de betrouwbare zescilinder lijnmotoren stonden aandrijfbronnen ter beschikking die zoals altijd ondanks hun relatief simpele opbouw tot het beste behoren wat er in deze cilinderinhoud- en vermogensklasse bestaat.

Door modificaties aan compressie, vorm van de verbrandingsruimtes en mengselbereiding werden ze niet alleen aangepast aan loodvrije benzine, maar voldoen ze ook aan de verscherpte Europese emissie-eisen en de geplande vermindering van stikstofoxide.

Wijzigingen waren er ook in het koelsysteem – door grotere, achtvinnige ventilatoren met viscosekoppeling – en aan de motorelektronica; hier komen sterkere dynamo’s en bij de 633 CSi in plaats van de conventionele spoelenontsteking een contactloos gestuurd transistorsysteem in actie.

De in de 630 CS gebruikte drielitermotor met 89 mm boring en 80 mm slag bereikt zijn nominale vermogen van 185 pk bij 5800/min en zijn maximum draaimoment van 260 Nm bij 3500/min. Het brandstof-luchtmengsel wordt door een Solex dubbele valstroom registercarburateur van het type 4A1 samengesteld – hetzelfde model carburateur dat ook bij de nieuwe Mercedes 250 wordt ingebouwd. Ten opzichte van het tot nu toe gebruikte systeem met twee carburateurs resulteert dat niet alleen in een gemakkelijkere afstelling en door de nieuwe startautomaat een verbeterde loop tijdens de opwarmfase, maar ook in 5 pk extra vermogen.

De machine van de 633 CSi heeft door een 6 mm grotere slag bij gelijke cilinderboring een inhoud van 3210 cm³. Bij dezelfde compressie van 9.0:1 is voor het hogere vermogen van 200 pk, behalve de vergroting van de cilinderinhoud, een Bosch L-Jetronic inspuitsysteem verantwoordelijk.

Terwijl BMW bij de viercilindermotor van de 320i de voorkeur gaf aan de eenvoudigere (en goedkopere) K-Jetronic, wilde men bij de topmotor van de 633 CSi met het oog op eventuele latere elektronische voertuiguitrustingen niet afzien van de in dit opzicht toekomstveilige L-Jetronic.

Ook voorbehouden aan de 3,3-litermotor is een oliekoeler, waarvan de doorstroming afhankelijk van de motortemperatuur thermostatisch door een in de kop van het oliefilter zittende klep word gestuurd.

Bij de testritten maakten beide motoren wat betreft vermogen, souplesse en gecultiveerdheid een uitstekende indruk. Hoewel bij de nieuwe coupés al vanwege hun hoge gewicht van bijna 1500 kg geenszins van een overdreven benadrukking van de sportiviteit kan worden gesproken, bereiken ze sportwagenachtige prestaties: krap negen seconden bij de 630 CS en minder dan acht bij de 633 CSi voor de acceleratie van 0 naar 100 km/h wijzen daar evenzeer op als de duidelijk boven 200 km/h liggende topsnelheid. Daarbij blijven de motoren zelfs in de bovenste toerenbereiken mechanisch rustig lopen, en voor een grote uitlaatakoestiek zorgt het nieuwe, in dempvolume behoorlijk vergrote uitlaatsysteem met dubbele dempers en uitlaatpijpen. Bij de 3,3-liter heeft bovendien een langere eindoverbrenging (3,25 i.p.v. 3,45:1) en de daarmee verbonden toerentalvermindering een voordelige uitwerking op het geruisniveau.

Standaard worden beide coupés met een licht en exact te schakelen Getrag vierversnellingsbak geleverd. Naar wens wordt er een nieuwe drieversnellingsautomaat van ZF met Fichtel & Sachs-koppelomvormer ingebouwd.

Net las bij de motoren kon ook bij het onderstel op betrouwbare onderdelen worden teruggegrepen. De bij alle BMW-modellen obligate vooras met veerpoten heeft t.o.v. de oude coupé wezenlijke correcties aan spoorbreedte, spreiding, naloop en stuurradius gekregen.

De achteras met de gekruiste langsarmen en veerpoten lijkt op die van de 5-serie, dwarsstabilisatoren zijn aan voor- en achteras aanwezig.

Met dit onderstel zijn er niet alleen goede voorwaarden gegeven voor een veilige wegligging en goed wegcontact van de wielen, maar de in verhouding tot het wagengewicht geringe onafgeveerde massa van de onafhankelijk opgehangen wielen maken ook een gunstig comfort mogelijk.

Dat de BMW-ingenieurs zich juist hiervoor extra hebben ingespannen, wordt duidelijk door de verschillende schokdemperinstellingen waarmee de 630 CS en de 633 CSi moeten worden geleverd. Terwijl het zachter geveerde carburateurmodel  bijzonder smeuïg en zijig voortrolt, doet de inspuiter met een straffere schokdemperinstelling eer aan de hogere prestaties, zonder echter uitgesproken hart te zijn. Hardere stabilisatoren zorgen bovendien bij de 633 CSi voor minder overhellen van de carrosserie bij bochten rijden.

Het zelfsturend vermogen is bij beide wagens verregaand neutraal, maar kan in het grensbereik bij overeenkomstige inzet van het vermogen tot een zacht overstuur worden gebracht.

Aan de indruk van een moeiteloos rijgedrag, waartoe ook de foutloze rechtuitloop bij hoge snelheid bijdraagt, heeft de verbeterde, standaard ingebouwde stuurbekrachtiging een groot aandeel. De bekrachtiging neemt af met het stijgen van het toerental.

Op hetzelfde hoge technische niveau als de rest van de auto bevindt zich ook het remsysteem. Die houdt met vier inwendig geventileerde schijfremmen, rembekrachtiging, remdrukverminderaar (op de achteras) en remblokslijtageindicator rekening met de hoge prestaties en het aanzienlijke wagengewicht.

Zo toonden dan de eerste rij-indrukken dat de nieuwe coupés duidelijke stappen voorwaarts zijn ten opzichte van hun voorgangers. Ze toonden daarnaast dat BMW geslaagd is in een zorgzaam afgestemde mix van comfort en sportiviteit, die zijn weg op de markt wel zal vinden.

 

 

UIT ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

Checkcontrol – vooruitstrevend veiligheidskenmerk bij de nieuwe BMW coupés

Uit auto motor und sport 6/1976. Door Helmut Eicker. Vertaling: © Bram Visser, 2005.

Praktijkgerichte plaatsing en zinvolle vormgeving van alle bedieningshendels en instrumenten behoren bij BMW-constructies al lang tot de vanzelfsprekendheden.

Nu komen de Münchenaren met een verdere nuttige bijdrage ter verbetering van de actieve rijveiligheid. De nieuwe coupés 630 CS en 633 CSi beschikken naast de gebruikelijke controlelampjes over een zogenaamde opvraageenheid, waarmee door een eenvoudige druk op de knop tegelijkertijd zeven belangrijke voertuigcontroles kunnen worden uitgevoerd. Als er geen functiestoringen zijn lichten, bij ingeschakeld contact en bediening van de testknop, testlampjes op voor motorolie- en koelwaterpeil, remvloeistof- en sproeiwaterniveau, remlicht, achterlicht en remblokslijtage (rem- en achterlicht alleen bij ingetrapte rem resp. ingeschakelde verlichting).

Blijft bij het testen een lampje donker, dan is er op die plaats een defect resp. vloeistofprobleem. Of – omdat het apparaat zichzelf controleert – het betreffende gloeilampje is defect. Voor dat laatste hoeft in de praktijk echter nauwelijks te worden gevreesd, omdat het om bijzonder robuuste lampjes gaat.

Naast deze ‘zelfcontroleschakeling’ is er door het groen oplichten bij ‘in orde’ ten opzichte van het oplichten van conventionele controlelampjes een positief psychologisch effect. De bestuurder weet voor het wegrijden dat belangrijke functies van de auto bedrijfsklaar zijn – en dat zonder hinderlijk openen van de motorkap, uittrekken van de peilstok en rond de auto lopen. De controle kan ook tijdens het rijden geschieden, alleen wordt er dan vanwege de rondgepompte motorolie een te laag oliepeil aangegeven.

De samen met vermaarde toeleveranciers ontwikkelde unit bestaat in de grond van de zaak uit een op een kunststof huis geschroefde grondplaat, die behalve een gedrukte schakeling ook de gloeilampen, het knopcontactje en een reeks transistors draagt. Via elektrische leidingen staat de Checkcontrol in verbinding met de te testen locaties. Terwijl in geval van de schakelaar van de achterlichten resp. het rempedaalcontact de benodigde impulsen van een bijzondere lampenbewakingselektronica komen, signaliseren speciale sensoren de individuele vloeistofpeilen. Hiertoe dienen ringvormige, van magneten voorziene vlotters, die zich op geleidebuizen, voorzien van elektrische Reed-contacten, omhoog en omlaag bewegen. De schakelpunten zijn zo gepositioneerd dat er voldoende reservehoeveelheden ter beschikking staan en probleemloos doorrijden tot het eerstvolgende tankstation verzekerd.

De unit zelf biedt ook reserves. Hij heeft drie extra, oranjekleurige controlelampjes en maakt daarmee zonodig – bijvoorbeeld bij rijden met een aanhanger – omstandig gaten boren in het dashboard overbodig.

Zonder twijfel heeft BMW met dit moderne bewakingssysteem, dat zich verre houdt van technische speeltjes, een waardevolle veiligheidsbijdrage geleverd, want belangrijke voertuigcontroles worden er niet alleen comfortabeler, maar vooral ook zeer veel regelmatiger dan tot nu toe mee uitgevoerd.

 E24 TESTBERICHTEN