RIJERVARINGEN
MET DE GLAS 1700
Uit: Autokampioen, juni 1965.
Als automobielfabriek is het typische familiebedrijf van Hans Glas in Beieren
een nog zeer jonge onderneming. Nauwelijks 14 jaar geleden zette deze in 1883
gestichte fabriek van landbouwwerktuigen haar eerste schreden op het gebied van
het gemotoriseerde wegtransport, toen zij in Dingolfing met de productie van
Goggo-scooters begon.
Het is eigenlijk moeilijk te zeggen wanneer Glas tot de rijen der
automobielfabrikanten toetrad. In 1955 startte zij de productie van de
Goggomobiel, maar voor velen is een scootmobiel nog geen auto, ook al hebben
beide vier wielen! Die Goggomobiel wordt overigens nog steeds gemaakt.
Drie jaar later bracht Glas haar Isar-modellen uit, die – hoewel het
uitgesproken kleine auto’s zijn – toch niet meer als scootmobielen
bestempeld kunnen worden. Glas was een automobielfabrikant geworden en de komst
van de modellen 1004 en 1204, in 1962 resp. 1963, vormde het levend bewijs, dat
men in Dingolfing niet van plan was zich tot de allerkleinste klasse te
beperken.
Vorig jaar ging Glas nog een stapje verder, wat cilinderinhoud betreft, door de
1300 GT in productie te brengen, een uitgesproken sportcoupé met een 1,3 liter
motor van 75 pk, die overigens van de 1000 en 1200 krachtbron is afgeleid. De
slanke carrosserie doet Italiaans aan en dat klopt volkomen, want zij werd door
Pietro Frua ontworpen (in wiens bedrijf deze carrosserieën ook vervaardigd en
gemonteerd worden, waartoe het onderstel een retourtje Duitsland-Italië krijgt,
zulks om moeilijkheden met de passing tussen beide delen te voorkomen).
Diezelfde Pietro Frua is ook de architect van de carrosserie van de eveneens
vorig jaar in productie gekomen Glas 1700, de wagen, die het onderwerp van deze
raodtestbeschrijving vormt. Deze 1700 is momenteel nog Glas’ enige model in de
duurdere middenklasse, maar veel wijst erop, dat de verdere ontwikkeling van
deze Zuid-Duitse fabriek zich juist op deze klasse zal richten.
Hans Glas GmbH is nog altijd een kleine onderneming, met een zeer bescheiden
dagproductie. Om dan niet in een harde concurrentiestrijd met de grote concerns
verwikkeld te worden – en onvermijdelijk ten onder te gaan – moet men iets
brengen, dat verschilt van hetgeen de anderen bieden: wagens met een zekere
exclusiviteit. En dat is duidelijk de richting, waarin Glas haar bestaansrecht
tracht te verzekeren.
De motor
De 1682 cc motor is een min of meer conventionele viercilinder-in-lijn, hoewel
de toepassing van een bovenliggende nokkenas hem van vele soortgenoten
onderscheidt. Een unieke bijzonderheid schuilt in de wijze, waarop deze as wordt
aangedreven, namelijk door een met staaldraad versterkte nylon snaar met
vertanding, een systeem, dat al vele jaren ook in de transmissie van
bromfietsmotoren wordt toegepast en zijn doeltreffendheid en betrouwbaarheid
dubbel en dwars heeft bewezen.
Niet bepaald uniek, maar wel zeer weinig voorkomend is de tuimelaar-lagering op
het kogelvormige einde van een bout, met welke laatste tevens de klepspeling kan
worden ingesteld.
Deze Glas-motor is betrekkelijk hoog opgevoerd, ofschoon niet hoger dan
vergelijkbare ‘sportieve’ motoren in deze inhoudsklasse. Zijn maximaal
vermogen van 80 DIN-pk levert hij bij 4800 omw/min, zijn grootste koppel van
13,85 kgm reeds bij het vrij lage toerental van 2500 omw/min. Dit laatste vindt
mede zijn oorzaak in de voor huidige begrippen ietwat ‘ouderwetse’
boring-slagverhouding, die door de relatief lange slag van 88 mm (tegen een
boring van 78 mm) verre van de tegenwoordig zo gepropageerde vierkante
verhouding blijft. Maar het is een bekend feit, dat over die
boring-slagverhouding de meningen der motorconstructeurs allerminst parallel
lopen. Als gevolg van de lange slag is de gemiddelde zuigersnelheid bij
toptoerental vrij hoog: 14,1 m/sec.
De prestaties
Deze liggen op hoog niveau, vooral ook door het gunstige specifieke gewicht van
12.9 kg/pk. Onder gunstige weersomstandigheden werd een topsnelheid van 148 km/u
gemeten, hetgeen de fabrieksopgave van 150 km/u dicht benadert.
Ook de acceleratie-uitkomsten mogen er zijn en vooral die vanaf 40 km/u in de
hoogste versnelling zijn zeer bevredigend. Dit laatste hangt uiteraard weer
samen met de hiervoor genoemde koppelkarakteristiek. De motor vertoont dan ook
een mate van souplesse, die men eigenlijk niet van een dergelijke krachtbron zou
verwachten en het resultaat is, dat veevuldig schakelen beslist niet nodig is,
hoewel de beste prestaties vanzelfsprekend bij ver doortrekken in de lagere
versnellingen verkregen worden. Tegen de daarmee gepaard gaande hoge
toerentallen heeft de motor, mede dank zij de bovenliggende nokkenas en de
kleine, lichte tuimelaars, geen bezwaar, al blijft het altijd mogelijk de
kleppen aan het ‘zweven’ te krijgen!
Het benzine verbruik kan als normaal aangemerkt worden. Bij de beoordeling van
het gemiddelde verbruik (1 op 9,3) mag niet uit het oog worden verloren, dat de
slechte weercondities tijdens een groot deel van de testperiode onvermijdelijk
dit gemiddelde ongunstig hebben beïnvloed, maar desondanks mag, gezien de
prestaties van de wagen, die 1 op 9,3 als een volkomen acceptabel verbruik
beschouwd worden.
Mate van geruisloosheid
De motor is bijzonder stil en wordt alleen bij ver doortrekken in de
versnellingen hoorbaar. Of en in hoeverre de nylon nokkenassnaar aan deze
geruisloosheid bijdraagt, is een open vraag, ook al, omdat een goed
geconstrueerde kettingtransmissie eveneens niet meer dan een nauwelijks
waarneembaar geruis hoeft te produceren.
Versnellingsbak en achterbrug geven in dit opzicht al evenmin reden tot klachten
en juist daarom is het eigenlijk jammer, dat niet alleen de achterbanden op
klinker- en ruwe asfaltwegen bijzonder veel gerucht maken, maar ook de
carrosserie op slechte wegdekken hinderlijke, rommelende bijgeluiden produceert.
Trouwens – en dit moet ons toch even van het hart – deze Glas verkeerde
bepaald niet in optima forma voor een beoordeling op dit en soortgelijke punten.
De uitlaat rammelde, de portieren sloten slecht en rammelden eveneens (men moest
ze bovendien erg hard dichtslaan), de motor draaide stationair onrustig en een
der fuseekogels vertoonde vrij sterke slijtage.
De transmissie
Over de volledig gesynchroniseerde vier-versnellingsbak kan ons oordeel kort
zijn: uitstekend. De synchromeshes functioneren goed en bieden weinig weerstand;
het vloerhandle ligt prettig in de hand en heeft een korte slag. Slechts de
achteruit laat zich naar onze smaak wat al te gemakkelijk inschakelen.
Speciaal bij warme motor neigde de koppeling van deze testwagen tot kleven,
hetgeen mogelijk zijn oorzaak vond in een niet geheel correcte afstelling van de
hydraulische bediening. En misschien kan hieraan ook het moeilijk te definiëren
verschijnsel van een zekere gevoelloosheid in de bediening worden toegeschreven.
De rijeigenschappen
De vering is een tikje aan de stugge kant – zoals men van een auto met
sportieve inslag kan verwachten -, maar beslist niet hinderlijk stug. Men wordt
er vrijwel uitsluitend op geattendeerd bij kort op elkaar volgende oneffenheden.
De stabiliteit op de rechte weg is sterk afhankelijk van het soort wegdek: op
een mooi wegdek ligt de wagen voldoende rustig, maar op minder goede wegen
veroorzaken de oneffenheden reacties, die door de bestuurder gecorrigeerd moeten
worden. Merkwaardigerwijs is deze Glas desondanks niet zijwindgevoelig, wat –
gezien vorenstaande – een ongewone combinatie is.
Vooral op oneffen klinkerwegen wil de wagen graag van achteren wegdribbelen en
in zo’n geval zijn onmiddellijke, corrigerende acties van de bestuurder
noodzakelijk. Daar de besturing tamelijk direct is, gaat het wegcontact door dit
dribbelen soms nogal verloren. Dat de hiervoor aangestipte stuurcorrecties bij
de wagen in kwestie enigszins bemoeilijkt werden als gevolg van enige speling in
de stuurinrichting, mogen we wel als een incidenteel geval aanmerken.
Deze Glas stuurt licht en neutraal (noch over- noch onderstuurkarakter); slechts
tijdens manoeuvres met zeer lage snelheden wordt de sturing wat zwaarder.
In bochten gedraagt hij zich voorbeeldig en – in tegenstelling tot wat men op
grond van het wegdribbelen zou verwachten – vertoont de achteras zeer weinig
lust tot uitbreken.
De remmen
Bij bestudering van de vertraging- en pedaalkrachtgrafieken valt het op dat er
nogal wat verschil tussen koude en warme remmen bestaat. Het betreft hier niet
zozeer een kwestie van fading als wel van oververhitting van de remvloeistof; in
tegenstelling tot fading duurt de terugkeer tot de normale toestand echter
slechts kort.
Het remsysteem werkt zonder bekrachtiging, hetgeen ook niet noodzakelijk is,
omdat de pedaalkracht binnen redelijke grenzen blijft. Vóór heeft deze Glas
schijfremmen (fabrikaat Teves, maar samen met Glas ontwikkeld), achter trommels.
Tezamen voldoen deze behoorlijk en dat de maximaal bereikbare vertraging niet zo
hoog ligt, is hoofdzakelijk een gevolg van het vrij snel blokkeren van de
achterwielen, waardoor de wagen ook af en toe scheef trekt.
Het verband tussen pedaalkracht en remeffect is een beetje vaag en a-progressief,
waardoor de juiste dosering van eerstgenoemde dikwijls wat moeilijk te bepalen
is.
De carrosserie
Uit de gehoorde opmerkingen valt af te leiden, dat het model algemeen als
aantrekkelijk beoordeeld wordt. Het interieur is niet groot; voorin geeft dit
geen problemen, maar achterin is de beenruimte wat krap. De afstand van de
zitting tot de pedalen zowel als tot het stuur is ‘van huis uit’ vrij kort,
zodat ook minder uit de kluiten gegroeide bestuurders hun stoel al gauw in de
achterste stand zullen brengen. In verband daarmee zou een verdere
verstellingsmogelijkheid in achterwaartse richting gewenst zijn. De rugleuningen
van de voorstoelen zijn volledig verstelbaar.
Afgezien van de voor een dergelijke snelle wagen iets uit de toon vallende
handbediening voor de ruitespuit (een electrische pomp zou hier beter op zijn
plaats zijn), geeft de uitrusting van de wagen geen reden tot critiek, al spelen
persoonlijke wensen op dit punt natuurlijk altijd een grote rol. Zo kwam tijdens
de vele, hevige regenbuien in de testperiode bij ons de wens naar betere
ventilatiemogelijkheden van de kachelinstallatie naar voren – en daardoor
minder last van voortdurend beslagen ruiten. Temeer, omdat het onmogelijk bleek
de voorste ventilatieraampjes open te houden bij hogere rijsnelheden, zulks
wegens de daarmee gepaard gaande lawaaiproductie.
De afwerking van de carrosserie, inwendig en uitwendig, is heel goed, de bumpers
en wieldoppen zijn van roestvrij staal gemaakt en het meenemen van veel bagage
is, dank zij de royale kofferruimte, geen probleem.
Conclusie
De Glas 1700 is een geheel nieuw ontwerp en enige voorspelling omtrent de
levensduur van deze overigens goed en degelijk afgewerkte wagen is moeilijk te
maken. Het uithoudingsvermogen van de motor zal sterk afhankelijk zijn van de
manier waarop hij wordt behandeld; het is immers een betrekkelijk hoog
opgevoerde machine waarvan men niet continu de allerhoogste prestaties mag
verlangen.
Een sterk punt van deze Glas is de aantrekkelijke wijze waarop sportieve
prestaties en comfort verenigd zijn, met dien verstande dat de vering op minder
goede wegen en, bij hoge snelheden, het geluid van banden en carrosserie punten
zijn die nog voor verbetering in aanmerking komen.
Ook de rijeigenschappen voldoen aan de eisen die men aan een wagen met een
sportief karakter mag stellen. Alleen zijn de tamelijk sterke dribbelneigingen
en de weinig positieve stabiliteit bij rechtuitrijden minder prettige
eigenschappen, die echter bij deze Glas 1700 niet zo zwaar wegen, omdat het
accent op het sportieve karakter ligt.
TECHNISCHE GEGEVENS
MOTOR – watergekoelde viercilinder kopklepmotor, voorin gemonteerd.
Bovenliggende nookenas, aangedreven door gewapende nylon snaar. Cilinderinhoud
1670 cc; boring 78 mm, slag 88 mm. Compressieverhouding 8,5:1. Max. vermogen 80
DIN-pk bij 4800 omw/min. Max. koppel 13,85 kgm bij 2500 omw/min. Specifiek
vermogen 47,6 DIN-pk/l; specifiek gewicht 12,9 kg/pk. Snelheid bij 1000 omw/min
in de hoogste versnelling ca. 29,1 km/uur. Enkelvoudige Solex
valstroomcarburateur 34 PDSIT met automatische choke.
Elektrische installatie 6V, accu 77 Ah. Inhoud motorcarter 3 l; inhoud
koelsysteem 8,5 l; inhoud benzinetank 57 l.
TRANSMISSIE – enkelvoudige droge plaatkoppeling, hydraulisch bediend. Volledig
gesynchroniseerde vierversnellingsbak, vloerschakeling.
Overbrengingsverhoudingen 1e versn. 3,861; 2e versn. 2,07;
3e versn. 1,33; 4e versn. 1,0; achteruit 4,153. Reductie
eindoverbrenging 3,889.
Inhoud versnellingsbak 1,3 l; inhoud achterbrug 0,8 l.
ONDERSTEL – 4 deurs zelfdragende carrosserie. Voor onafhankelijke
wielophanging met draagarmen van ongelijke lengte en schroefveren. Achter vaste
as met half-elliptische bladveren en Panhard-stang. Rondom telescopische
schokbrekers en rubber hulpveren. Voor dwarsstabilisator.
Hydraulisch remsysteem, voor schijf-, achter trommelremmen. Handrem mechanisch
op achterwielen. Stuurinrichting met worm en rol. Stuurwielverdraaiing van
uiterst links naar uiterst rechts 3,25 omw. Draaicirkels: uiterste punt van de
wagen 10,3 m, buitenkant voorwielen 9,6 m. Bandenmaat 6.00 x 14.
MATEN EN GEWICHTEN – wielbasis 250 cm; spoorbreedte voor 132 cm, achter 132
cm. Totale lengte 441,5 cm, breedte 161 cm, hoogte 139 cm. Asdruk voor 535 kg,
achter 500 kg. Totaal gewicht (rijklaar, volle tank) 1035 kg. Laadvermogen 430
kg.
GLAS 1700 |
|
Topsnelheid in km/u |
148 |
Acceleratie in sec |
|
0 – 40 km/u |
2,5 |
0 – 60 km/u |
5,4 |
0 – 80 km/u |
9,2 |
0 – 100 km/u |
15,1 |
0 – 120 km/u |
23,1 |
0 – 500 m |
22,4 |
0 – 1000 m |
36,9 |
Souplesse in sec |
|
40 – 60 km/u |
5,2 |
40 – 80 km/u |
10,4 |
40 – 100 km/u |
17,0 |
40 – 120 km/u |
24,6 |
Snelheidsbereik in de versnellingen in km/u |
|
1 |
0 – 50 |
2 |
10 – 85 |
3 |
25 – 125 |
4 |
40 - 148 |