DE BATMOBILE IS TERUG
BMW haalde alles uit de kast om het Europees Toerwagen Kampioenschap in de jaren zeventig te winnen en creëerde een auto die zo exotisch was, dat hij de bijnaam Batmobile kreeg. Wij namen hem mee terug naar zijn spiritueel thuis: de Nürburgring.
Wraak, zegt men, is zoet. Maar hij smaakt nog zoeter als de kracht ervan groter is dan de verdiende straf. Met de gevleugelde Batmobile betaalde BMW niet alleen Ford op motorsportgebied met gelijke munt terug, maar deed dat met behulp van degenen die tevoren de Capri zo dominant op de circuits maakten. Dit zijn voorwaar pittige ingrediënten voor een auto waarvan het racesucces bijna vijf jaar langer duurde dan zijn productietijd, en voldoende om de zinnen van elke autofanaat te prikkelen. Op dit moment drink ik koffie op een veerboot die het Kanaal oversteekt en ben ik op weg naar de Nürburgring. Er staat een Batmobile op het autodek, die dit weekeinde de mijne is en ik heb er nog niet mee gereden. Alles wat ik kan proeven, is voorsmaak.
Veel mythes omringen de Batmobile maar de
auto is zelf een legende. Dat hij zijn competitierivalen zo smalend en zo lang op hun
donder gaf, is des te opmerkelijker als zijn ontstaan in aanmerking wordt genomen. In de
vroege jaren zestig worstelde BMW om mini-autos en autos met de motor achterin
aan het gewone volk te verkopen en luxe V8-schepen aan de rijken, en de conservatieve maar
goed gemotoriseerde 1500 sedan was nodig om BMW van de vergetelheid te redden. Hij bracht
een coupé-zusje voort, de 100 pk 2000 CS, waarvan de neus werd verlengd om plaats te
bieden aan BMWs nieuwe zescilinder lijnmotor, wat samenging met assertievere
prestaties en agressieve viervoudige koplampen. In deze vorm werd de auto geracet door
tuner Alpina, die in 1970 de 24 uur van Spa won en de CS zijn eerste belangrijke
competitiezege bracht, wat overigens wel 40 Dunlop racebanden kostte!
In 1971 onthulde BMW de 200 pk 3.0 CSi met brandstofinjectie en schijfremmen
rondom. De modificaties waren welkom, maar Ford genoot nog steeds het meeste raceplezier
met de 3-liter Capri. Een jaar later gaf BMW gehoor aan de vraag naar een minder zware
carrosserie en de 3.0 CSL (Coupé Sport Leichtbau) was geboren.
De maatregelen die BMW nam om gewicht te besparen zijn indrukwekkend. Deuren,
motorkap en kofferdeksel zijn van aluminium, terwijl er dunner staal is gebruikt voor de
monocoque. De achterruiten en bumper zijn van plastic, de voorbumper ontbreekt en
door het eveneens ontbreken van stuurbekrachtiging, elektrische ramen, dik tapijt en
geluiddempend materiaal zijn de oorspronkelijke autos 250 kg lichter dan de
dikke versies. BMW liet zelfs de roestwerende coating van de voorspatborden
achterwege.
De vroege modellen maakten gebruik van motoren met een inhoud van 3003 cc om
ze te kwalificeren voor de raceklasse boven 3-liter, maar Ford-technici Jochen Neerpasch
en Martin Braungart hadden de heersende Capris voorzien van raceremmen en
ophanging, waar het de CSL aan ontbrak. Minder krachtig, maar veel kwieker maakten
de Capris gehakt van de CSLs op de Nürburgring. In 1972 was de maat voor BMW
vol. Leichtbau en meer vermogen waren niet genoeg: het nieuw opgerichte BMW Motorsport
GmbH kaapte Neerpasch en Braungart weg en zette ze aan het werk in een poging hun oude
werkgevers te verslaan.
Hun zorgvuldig herzien van de auto bracht eindelijk een overwinning voor de
CSL, toen Toine Hezemans met 5,2 seconden een Porsche 911 versloeg op de Nürburgring
tijdens de Duitse toerwagenrace. Neerpasch en Braungart hadden de motor, ophanging,
versnellingsbak en remmen ontwikkeld zover als mogelijk was binnen de homologatielimieten.
Wat ze nog niet hadden gedaan, was het bouwen van een Batmobile.
En ze hadden ook nog geen enkele ronde van het Europees Kampioenschap
gewonnen, terwijl BMWs doel was: het domineren van het kampioenschap. Een amendement
van de internationale FIA reglementen voor seizoen 1973 bood een oplossing, want dat stond
evolutionaire veranderingen aan bestaande modellen toe. Neerpasch en Braungart dachten dat
dit betekende, dat ze een vleugelset voor de CSL konden ontwikkelen als BMW die samen met
de straatautos kon verkopen. Het ontstaan van de Batmobile.
Batmobile is niet zijn echte
naam, maar 3.0 CSL doet geen recht aan een auto met zulke ontzagwekkende aërodynamische
hulpmiddelen. Slechts zeer weinig straatautos hebben een dergelijke extroverte
verschijning en alleen al zijn aanwezigheid trekt de aandacht van vele toeristen op de
veerboot. De appendages verlenen de Batmobile een nietsontziend voorkomen en zelfs zijn
omvang is intimiderend je wilt geen ruzie hebben met een auto die zo ontembaar is
als deze. Eén enkele lijn verbindt de haaienneus met de abrupt Teutoonse staart en loopt
rond over de voor- en achterzijde om de onderste en bovenste helft van de auto visueel te
scheiden. Er is geen middenstijl en het dak lijkt boven de body te zweven, zo dun zijn de
wél aanwezige stijlen. Wie hem voor zijn geestesoog uitkleedt, realiseert zich hoe
elegant de CSL is.
Als we aanleggen in Calais is het vochtig weer. Het is donker aan het worden
en ik wil graag aan de Batmobile wennen op zijn eigen terrein. Ik stap in en ga onwennig
zitten op de gevulde rand van de raceachtige kuipstoel, en ik vlij me neer, terwijl ik me
bedenk dat er een lange en wellicht vermoeiende rit op me wacht. De deur sluit resoluut
een teken van traditionele Duitse degelijkheid, ondanks het lichtgewicht plaatwerk.
Mensen kijken weer om als ik de motor start. Ondanks zijn raceafkomst pakt
hij meteen op na slechts een brommend moment en draait hij gedisciplineerd stationair. Ik
kan het niet laten met het gaspedaal te spelen en de BMW schudt een beetje nerveus als het
autodek trilt door een brul uit zijn uitlaatpijp. In de eerste versnelling, nog een brul,
en ik ben weg.
De autoroute door Frankrijk via Lille is almaar rechtdoor, de linksgestuurde
Batmobile is bestemd voor continentale ritten, en ik probeer slechts één keer te
schakelen met de ruitenwisserstengel. Als ik aan de auto begin te wennen, dwalen mijn
gedachten af naar de Nürburgring, mijn uiteindelijke bestemming en het toneel van zoveel
gevechten in het verleden. Ik proef alweer een voorsmaakje.
Ik ben weer terug in de werkelijkheid als ik België binnenrijd. Hoewel dit
een pan-Europese snelweg is, is het Vlaamse deel nogal hobbelig en doet de grofheid ervan
meer denken aan Manneken Pis dan aan de Sacha Distelle-achtige gladheid van de Franse
wegen. De raceophanging van de Batmobile geeft oneffenheden door aan de bestuurdersstoel
en laat geen twijfel over waar de term Belgisch plaveisel vandaan komt -
hoewel het, in werkelijkheid, niet zo erg is als je zou denken.
Natuurlijk, de Batmobile was nooit bedoeld als een continentale reisauto,
maar hij speelt die rol goed. Hij rijdt comfortabel, zijn langeafstandsophanging zuigt
kuilen en hobbels op met een goedaardige dreun. Kleinere, korter op elkaar volgende
oneffenheden verstoren de rust, maar alleen het allerergste wasbord doet de ruggengraat
trillen en de met ribfluweel beklede kuipstoelen geven goed steun. Afgezien van het hoog
geplaatste stuurwiel is de rijpositie doeltreffend met de pook en de pedalen, die niet te
zwaar bewegen, goed binnen bereik. De dunne leren rand van het stuur met de platte spaken
ligt goed in de handen.
Zwart vinyl bedekt veel van het interieur, maar er zit een schijntje chroom
op de portieren en rond de basis van de schakelpook, terwijl de hoofdbekleding (ook zwart)
een lichtgewicht vervanging is voor de luxere stof in andere CS coupés. Echt hout zit in
een strook bovenop het dashboard, met ribbels om te voorkomen dat spullen gaan schuiven
aan de passagierskant. Het ontbreekt aan ergonomische perfectie, met de smalle ver weg
gelegen instrumenten en de verwarrende, onverlichte schakelaars, maar het vormt een
stilistisch precedent voor de bestuurdersgeoriënteerde commandocentra die moderne
BMWs zo bijzonder maken.
Hij is ook acceptabel stil. Er is wat windgeruis rond de steile raamstijlen
en frameloze zijruiten, en de banden dreunen op ruwe wegoppervlakken, maar de transmissie
is stil en de motor is niets minder dan gecultiveerd. Je verlangt er eigenlijk naar hem
meer te horen: zijn gestamp is constant en bedrijvig maar vormt geen bedreiging op
kruissnelheid. Het beste van alles is dat de Batmobile voortrolt met verbijsterende
effectiviteit. Inhalen is een momentoefening en erg leuk.
Veel verrassender, gezien het grote spoileroppervlak, is zijwindgevoeligheid
op de Britse snelheidslimiet. De verticale dragers voor de achtervleugel zijn omvangrijk
en zij zijn het die de instabiliteit veroorzaken. Die kan worden opgeheven door 20 mph
meer op de klok te zetten wat meer neerwaartse druk oplevert. Deze vleugels waren ooit
alleen echt nuttig in de racerij en zelfs toen ten koste van wat topsnelheid en
acceleratie onderin ze maken de auto meer tot een soort pijl, maar veroorzaken meer
weerstand en voegen gewicht toe. De Duitsers beschouwden ze zelfs als een onredelijk
risico voor voetgangers en verplichtten dat straatautos moesten worden verkocht met
de set in de kofferbak!
BMWs stilingafdeling bood assistentie bij de aërodynamica van de
Batmobile, maar het resultaat is een overwinning van de functie over de vorm. De deadline
voor het noodzakelijke homologatiepapierwerk betekende dat Neerpasch en Braungart slechts
twee dagen doorbrachten in een windtunnel in Stuttgart, terwijl ze lukraak vleugels en
spoilers toepasten in een poging de opwaartse kracht aan de achterzijde van de
standaardauto om te zetten in een neerwaartse kracht.
Wat je ook mag denken van hun uiterlijk, het werk was zeker de moeite waard.
Hans Stuck had het gebrek aan adhesie van de achterkant van de standaard CSLs
gedemonstreerd in de 1000 km van de Nürburgring in 1972, toen hij de blaren op de banden
reed en in de vangrail eindigde. De Batmobiles combinatie van een voorspoiler,
luchtgeleidingsprofielen op de voorspatborden en een dakspoiler om lucht door te sluizen
naar die ongehoorde achtervleugel bleek zelfs effectiever dan verwacht toen het eindelijk
op het circuit werd getest. Stuck vloog een week voor de EK-kwalificatie van de 6 uur van
de Nürburgring 1973 in rondjes van 8 minuten 15,4 seconden over de Nürburgring: dat is
bijna 15 seconden per ronde sneller dan daarvoor!
Er waren nog andere voordelen. De achterbanden gingen langer mee omdat de
auto niet meer zo staartlastig was, en BMW kon de Batmobile met zachtere veren rijden
des te sneller het circuit, des te beter dat werkte, dankzij de toegenomen
neerwaartse druk die de auto op het wegdek duwde. En dat niet alleen, want Ford had zitten
slapen omdat het werd opgehouden door besluiteloosheid van het management. Er waren geen
vleugels voor de Capri dat seizoen.
Er werden officieel slechts 39 straatversies van de gevleugelde Batmobile
gebouwd, hoewel de kenners sterke vermoedens hebben dat er meer uit de poorten van de
Karmannfabriek zijn gekropen, waar alle BMW CS coupés werden gemaakt. Waar of niet, alle
Batmobiles zijn linksgestuurd en hebben een stalen kofferdeksel in plaats van het
standaard CSL aluminium paneel, om ondersteuning te kunnen geven aan de spoiler en de
daardoor veroorzaakte krachten. Ze hebben ook de 3153 cc krachtbron die profiteerde van
het feit dat de cilinderboringen - niet de slag voor het raceseizoen van 1973 kon
worden vergroot. Deze auto, nummer zes van de 39, heeft lichtmetalen velgen die groter
zijn dan degene die als eerste waren gemonteerd maar ze zijn in dezelfde stijl als de
originele door Alpina geïnspireerde exemplaren.
Wat één ding betreft, zijn alle CSLs door Alpina geïnspireerd: BMW
zou de Leichtbau nooit hebben gebouwd als er niet zoveel vraag naar was van tuners als
Alpina en Schnitzer. Toen BMW zelf zich serieus druk begon te maken over het Europees
Kampioenschap Toerwagens, produceerde het de Batmobile, waarbij ze de specifieke eisen van
de Nürburgring tot hun voordeel maakten. Nu, 30 jaar later, mag ik met het resultaat
daarvan op de thuisbodem rijden.
Het is vroeg in de morgen als ik me beneden
waag voor het ontbijt in het Dorint Hotel. Het kijkt uit over het moderne Nürburgring
Grand Prix Circuit en de gangen bevatten een onvoorstelbare variëteit aan race
memorabilia. Mock-ups van autos, maar ook gesigneerde fotos en schilderijen.
De reusachtige televisie in de lounge stelt een volgwagen van McLaren-Mercedes voor en in
de bar hangen verschillende grilles en stuurwielen, slachtoffers van moderne autos
die naar dit deel van de wereld komen voor tests, voordat ze op de markt worden gebracht.
Het is open dag op de Ring en ondanks het tijdstip ben ik niet de enige
aanwezige. Ik denk dat de andere gasten, net als ik, straks naar de baan zullen worden
gebracht. Ik haal de Batmobile uit de parkeerkelder, op zoek naar een waarderend oog.
Zoals te verwachten, gezien de locatie, bevindt hij zich in goed gezelschap, zoals
Porsches 911, een leger Mercedessen en moderne BMWs, en een gloednieuwe Maserati.
Maar niet één trekt zo de aandacht als de Batmobile.
De lucht is koud maar de motor start weer foutloos, net zo blij om van dienst
te kunnen zijn als dat hij naar de rode streep op de toerenteller trekt. Ik rijd naar
buiten en passeer de ingang naar het moderne circuit. De Batmobile heeft foutloos
gepresteerd op de zware sjouw naar Duitsland en nu is het tijd om te testen wat hij waard
is op de baan die tot zijn geboorte leidde: de Nordschleiffe.
Dit is het beroemde oude Nürburgring circuit, meer dan 22,5 kilometer lang,
dat voor competitie werd gesloten na de Grand Prix van 1976, toen Niki Lauda bijna het
leven verloor. De geschiedenis van het circuit, gekruid met verhalen vol heroïek en
gevaar, is even afschrikwekkend als de Wagneriaanse ligging in het met pijnbomen bedekte
Eiffelgebergte, onder het strenge oog van Schloss Nürburg, een middeleeuws kasteel hoog
op een heuvel binnen het bereik van de baan. Tegenwoordig kan iedereen er op open dagen
rijden. Je hebt geen helm of racelicentie nodig. Niemand controleerde zelfs of ik
verzekerd was. Je verschijnt gewoon, koopt een kaartje en rijdt over hetzelfde heilige
asfalt waarover eens Fangio en Ascari reden, en niet te vergeten Mass en zijn maten in hun
Batmobiles.
Alles is stil als ik arriveer, veilig voor het geritsel van bladeren in de
wind. Ik ben de eerste maar vlak na mij komt een oriëntaals paar in een nieuwe Mazda
MX-5. De man stapt uit om raceschoenen en -handschoenen aan te trekken, waardoor ik me een
beetje onprofessioneel voel in mijn gevechtsbroek en laarzen. De paddock vult zich spoedig
met autos, inclusief twee opgetuigde jaren 70 BMW 5-serie sedans met volledige
rolkooien en enorme uitlaatpijpen, alsmede verscheidene Porsches, Golf GTIs en zelfs
een Smart. Ik stap weer in de Batmobile, die jaloerse blikken trekt, en bereid me voor op
het circuit.
Het kaartje in het apparaat stoppen en wachten op het omhoog gaan van de
slagboom, zoals bij het verlaten van een parkeergarage, is een vreemd kalmerende ervaring
in deze omstandigheden. Het circuit zelf is het tegendeel. Voor een racegroentje als ik,
die het brede asfalt voor zich ziet en weet hoe weinig verkeer er is en dat er geen
tegenliggers zijn, brengt het de onbelemmerde vrijheid en de ongedwongenheid van karting
in gedachten, maar dan op grotere schaal. Mijn hoofd gonst, ik kan me nauwelijks bedwingen
maar er zitten vlinders in mijn buik. Ik ben me er van bewust dat een te zelfverzekerde
benadering kostbaar en pijnlijk kan zijn. Gelukkig is de lucht blauw en het wegdek droog,
hoewel bedekt met bladeren.
Tot nu toe is de Batmobile handelbaar geweest maar dat verandert als ik het
gaspedaal vloer. Er is geen aarzeling, geen keelgeschraap, als de auto zich naar de
horizon stort. Het klinkt fantastisch, met een geluid dat van een grom overgaat in een
brul, een strak mechanisch beuken van het kleppenmechanisme en brandstofinjectie bedekt
met een jank uit de uitlaat die een koude rilling over de rug doet lopen. Er is een gevoel
van onoverwinnelijke kracht, alsof de achterwielen bijna vanaf stationair worden gevoed
met een gestadig draaimomentdieet. Dit is geen hogetoeren-treiteraar die je op vermogen
laat wachten en wachten totdat hij het in een laatste explosie loslaat. Nee, je gebruikt
het gaspedaal als een precisie-instrument: de respons is direct en het vermogen komt eruit
in rechtstreekse verhouding tot de kracht die wordt uitgeoefend met de rechtervoet totdat
de naald van de toerenteller aan het eind is en het tijd is naar een volgende versnelling
te schakelen.
Dat is nog een prettige bijkomstigheid. Er zitten slechts vier versnellingen
in de bak, maar ze zijn breed gespatieerd en de motor is zeer flexibel. Het schakelen gaat
soepel en gevoelig. Ik stoom al snel voorwaarts in de hoogste versnelling, maar er komt
een scherpe rechterbocht aan en de zon schijnt in mijn ogen. Als ik er in rijd is dat wat
een afvoerstrook lijkt, een afgesloten bocht die de Nordschleife verbindt met het moderne
circuit. Ik minder meteen vaart dit is een parcours waar zelfs de grootsten jaren
over deden om het te leren kennen en de algemene opinie is dat alleen Ascari en Fangio er
ooit in geslaagd zijn. Ik rijd niet zo snel dat de banden piepen, laat staan dat de
vleugels enige invloed hebben en ik waag me voorzichtig verkennend in de tweede en derde
versnelling door de Hatzenbach haarspeldbochten.
Het circuit wordt minder bochtig en versmalt zich door Hocheichen. Het is
heuvelachtig maar ik kan versnellen en langzaam aan sta ik mezelf toe te genieten van het
vermogen en de grip van de Batmobile. Door Flugplatz en daarna het snelste deel in, vlieg
ik langs een bergkam terwijl de wind mijn oren ranselt door het open raam, vergezeld van
een aanhoudende grom uit de uitlaatpijp. Ik kan nog net het gebrul onder de motorkap
onderscheiden en wat gewoonlijk zou worden beschouwd als een schitterend uitzicht, vliegt
te snel aan me voorbij om me er druk over te maken. En toch, ik rijd niet zo snel als
mogelijk moet zijn de Batmobiles reserves liggen ver boven mijn kunnen
en met een snelle blik in de spiegel zie ik dat de achtervleugel buigt als hij de kracht
van de luchtstroom doorgeeft aan de achterwielophanging.
Schwedenkreuz, Fuchsrohre, Metgesfeld ik heb zoveel van die namen al
eerder gehoord en nu kom ik bij een van de beroemdste van allemaal: Karussell. Dit is een
ingedamde linker haarspeldbocht en men heeft me verteld dat ik me moet richten op een
bepaalde hoge dennenboom! Ik zie hem, en mijn koers laat me in de betonnen omwalling
vallen, de auto zakt in zijn veren terwijl ik door de bocht race. Net als in een achtbaan
drukt de zwaartekracht me in de stoel, zodat ik mijn nek maar moeilijk kan bewegen. Het is
een fantastisch gevoel weer teruggekatapulteerd te worden op het asfalt, perfect geplaatst
om de plotselinge, omhooggaande links-rechts-combinatie aan te vallen.
Met behoorlijk meer zelfvertrouwen probeer ik de bandensporen op de
kerbstones met elkaar te verbinden in een poging de racelijnen van de groten te volgen. Ik
begin steeds minder te letten op het landschap en bekende punten totdat ik, opeens, weer
op het lange rechte eind ben. Terwijl ik me tegoed doe aan het lawaai en de acceleratie,
storm ik naar het einde van mijn eerste ronde op de Nürburgring, blij met de progressieve
remmen, als een chicane van pylonen me naar de paddock leidt.
Het is misschien wel verstandig dat de rijders tussen twee rondes van de baan
worden gestuurd om ze de kans te geven te bekomen van een adrenalinestoot, voordat ze zich
weer langs die slagboom wagen. Ik kan niet wachten en ga meteen door, voorbereid op het
slechte zicht in die eerste zonovergoten bocht. Zeker, ik ga daar langzaam, maar er zit
iets meer vertrouwen in mijn benadering van de Hatzenbach en ik laat de auto meer zijn
eigen weg vinden in de snellere bochten verderop.
Elke bocht maakt duidelijk dat de Batmobile totaal geen onderstuur heeft:
draai aan het stuur en hij verandert van koers, ogenblikkelijk en zonder drama. Er is wat
rol, de auto zet zich lichtjes op zijn langesafstandsveren, maar hij voelt nooit zwaar
aan. Hij zet zich gewoon schrap, houdt vast aan zijn lijn als ik het gas intrap op de apex
van de bocht. De Batmobile is nooit nerveus, maar hij is gemakkelijk uit zijn evenwicht te
brengen als je te hard gaat. Ga te snel op of van het gas middenin een bocht en de
achterkant van de auto zal proberen de voorkant in te halen, maar het gebeurt progressief
en is simpel te corrigeren. Ik zou alleen willen dat de besturing wat communicatiever was:
die is erg licht, zelfs bij parkeersnelheden, en het kost me soms echt moeite om de auto
te vertrouwen. Ik rem veel te vroeg voor de eerste paar bochten, vooral in de steile
afdaling naar de krapste bocht van het circuit bij de Adenau brug.
Telkens als ik onder de slagboom rijd, lijk ik me meer te herinneren van de
bste 22 km die ik ooit heb gereden. Ik neem de Karussell in één simpele veeg, oefen mijn
zelfbeheersing bij Wipperman, voordat ik door de Schwalben Schwanz storm nog
zon omwalde linker - , klaar voor de serie snelle bochten die me terugvoert naar het
rechte eind. Het wegdek is hier en daar een beetje verbrokkeld en soms hebben de brede
banden van de Batmobile de neiging hobbels en kuilen te nauwgezet te volgen. Wat de
besturing betreft heb ik flink wat meer vertrouwen. Ik rem iets later de bochten in en
geniet van het aanzwellen van het vermogen en de bijbehorende majestueuze
soundtrack bij het uitkomen van de bocht.
Tegen het midden van de dag is het druk op het circuit en inhalen is
noodzakelijk. Soms zou je bijna denken dat dit niets meer is dan een zondags uitstapje in
een uiterst schilderachtig gebied in Duitsland. Misschien is dat voor sommigen wel zo, en
ik word zelf van de weg geflitst door meer ervaren strijders die waarschijnlijk denken dat
ook ik daarom hier ben. Ik passeer de plekken van enkele ongelukken, die slechts
gemarkeerd worden door marshals die met gele vlaggen zwaaien. Er is een troep huilende
Ford Cosworths voor nodig, waarvan er eentje betrokken is bij een serieuze crash, om de
optocht een tijdelijk halt toe te roepen. Er komt een helikopter aan om de onfortuinlijke
rijder naar het ziekenhuis te brengen.
In het verdwijnende licht is dit mijn laatste ronde op dit glorieuze circuit,
mijn laatste kans om de legende van de Batmobile nieuw leven in te blazen. Ik rijd zo snel
als ik kan, terwijl ik geniet van het lawaai, het vermogen, de balans. De helikopter
herinnert me eraan dat de Nordschleife met respect behandeld dient te worden. De Batmobile
ook. Mijn rondetijden zouden die van een goed gereden GTI-tje niet in verlegenheid
brengen, maar daar gaat het niet om: bijna niets kan een goed gereden Batmobile bijhouden.
Jochen Mass heeft dat bewezen.
Hij is verbazingwekkend geschikt om mee te
racen, de Batmobile. In zijn eerste jaar won hij Groep 2 van het Europees Toerwagen
Kampioenschap, en daarna opnieuw in de handen van onafhankelijke raceteams - in
1975, 1976, 1977, 1978 en 1979. Het fabrieksteam verhuisde naar de IMSA-serie in de USA en
Groep 5 in Europa, op zoek naar publiciteit. Dat kregen ze zeker op Dijon in 1976, toen
Ronnie Petersons ongelofelijk krachtige turbogeblazen 24-kleps Batmobile vóór de
allesverpletterende Porsches 935 reed, de bodemplaat gloeiend heet, totdat hij gedwongen
werd op te geven toen de transmissie het begaf.
Ik weet dat dit met de onze niet zal gebeuren. Dit is een machine die 26 jaar
geleden is gebouwd puur om de oppositie op de baan te verpulveren en ik heb zojuist een
ongelofelijke dag beleefd in de bandensporen van mijn helden. Nu bereid ik me voor de
Nordschleife te verlaten voor een lange terugreis naar Calais en de veerboot naar huis.
Samen hebben we bijna 1600 km afgelegd in twee dagen, zonder dat het zelfs maar nodig was
olie bij te vullen. Dat is wat ik noem een Europese toerwagen.
Uit: Thoroughbred & Classic Cars 317,
februari 2000.
Door: Glen Waddington.
Vertaling: Bram Visser, februari 2000.