BMW ALPINA 3.0 CSL

LOPEND VUUR


Uit auto motor und sport 18, 2 september 1972. Door Michael Mehlin. Vertaling: © Bram Visser, 2005.

Wie heeft besloten tot de aankoop van een standaard BMW drieliter lichtgewichtcoupé (DM 31.245), kan zich niet beklagen over een gebrek aan vermogen. Buitengewoon indrukwekkende cijfers voor acceleratie en topsnelheid zorgen voor een eclatante superioriteit in elke verkeerssituatie – en dat met de afmetingen en het geluidsniveau van een comfortabele vierzitter. Dat zelfs deze 180 pk sterke BMW coupé duidelijk nog niet voldoet aan de wensen van menige vermogenshongerige, toont de vraag bij de tuningfirma Alpina in het Beierse Buchloe. Twee maanden moet de geïnteresseerde koper wachten op een gemodificeerde 3.0 CSL in de 250 pk straatversie. Een exemplaar van deze soort stond auto motor und sport twee weken lang ter beschikking voor prestatiemetingen en rijtests.

Carrosserie: gewichtsbesparing
Om in de racerij de snelle Capri er van langs te kunnen geven, heeft de Münchense fabriek in 1971 besloten tot de bouw van 1000 voor homologatie verplichte exemplaren van een lichtgewicht drieliter coupé, om eindelijk een einde te maken aan de handicap van het hoge gewicht.
Weliswaar bestaat de zelfdragende carrosserie nog altijd uit solide staal, maar niet-dragende delen werden van dun plaatwerk gemaakt, portieren, motorkap en achterklep van licht aluminium. Dat de Alpina coupé dan nog bijna 1200 kg op de schaal brengt, ligt aan de noodzaak het onderstel door de toepassing van grotere remschijven en stabilisatoren aan te passen aan het hogere vermogen. Ook de zeer uitgebreide luchtfilterinstallatie ter demping van het motorgeluid behoort tot de gewichtige objecten. Optisch heeft de trim de BMW coupé zichtbaar veranderd. De in de traditionele Alpina-racekleuren geel/zwart gespoten testwagen had geen overvloedige chroomversieringen. De voorbumper werd weggelaten, de achterbumper is van kunststof in onopvallend zwart. De aangebouwde spatbordverbredingen en vooral de reusachtige spoiler onder de grille laten de auto er imposant en agressief uitzien.
In de cockpit wacht de coureur een ongewoon luxe uitrusting. Alleen het leren stuurwiel, de Scheel kuipstoelen en de drie extra instrumenten duiden op het sportieve karakter.
Nadat men in de anatomisch vormgegeven Scheel-stoel heeft plaatsgenomen, bemerkt men verheugd de optimale zitpositie. Het leren stuurwiel laat zich in ontspannen houding met licht gebogen armen vastgrijpen, de rechter hand valt automatisch op de schakelpook van de exact en licht te schakelen 5-versnellingsbak. De linker voet rust, als hij niet juist de nadrukkelijk te bedienen koppeling moet intrappen, op een steun, die bij snel bochtenwerk extra zijdelingse steun biedt. Alle instrumenten zijn zo aangebracht dat ze niet aan de opmerkzaamheid van de bestuurder kunnen ontsnappen.

Motor: gecultiveerde krachtontplooiing
Middelpunt van de Alpina-BMW is de zescilinder lijnmotor met veel ontwikkelingspotentieel, die met 3 liter inhoud en met een standaard vermogen van 180 pk (inspuitmodel 200 pk) nog lang niet aan het eind van zijn mogelijkheden is. In racetrim is het aggregaat goed voor 340 pk. Dus worden de 250 paarden van de in de testwagen ingebouwde machine met weinig moeite gerealiseerd. De motor heeft gesmede zuigers, die de compressieverhouding tot 10,5:1 (serie: 9:1) doen stijgen. De geïntensiveerde mengseltoevoer door toepassing van drie dubbele Weber-carburateurs van het type 45 DCOE werd aangepast aan de cilinderkop met halfbolvormige verbrandingsruimtes, grotere in- en uitlaatkleppen en een sportnokkenas met openingshoek van 300°. Het hoogwaardige luchtfiltersysteem en een speciaal uitlaatsysteem completeren de maatregelen voor de vermogenstoename. Op deze wijze getuned, levert de Alpina-machine nu 250 pk bij 6600/min. Bij 4500/min wordt het vette koppel van 298 Nm bereikt.
Het succes van het hogere vermogen wordt op adembenemende wijze duidelijk bij de acceleratiemetingen in Hockenheim. Bij het doortrekken in de versnellingen tot het toegestane toerental van 7200/min sprintte de grote coupé in precies 6,7 seconden vanuit stand naar 100 km/h, na 14,9 seconden was reeds 160 km/h bereikt. Ook daarna gaat de versnellingsduw onverminderd door, wat de uitstekende tijd van 26,1 seconden voor de staande kilometer duidelijk toont, hoewel bij de meting op het gladde wegdek van Hockenheim een te sterk doordraaien van de achterwielen bij de start slechts met veel moeite en gevoel kon worden voorkomen. Bij een latere meting op een betonnen baan met veel grip werd deze waarde nog verbeterd tot 25,5 seconden. Net zo indrukwekkend als de acceleratie blijkt de maximum snelheid van 243,2 echte km/h. Niet onbelangrijk bij de hoge top van de Alpina-coupé is de voor aangebrachte spoiler die door verbetering van de aërodynamica zeker 15 pk bespaart en daarmee in de regionen boven de 220 km/h verantwoordelijk is voor 5 km/h extra.
Bij deze wijze van krachtontplooiing zou een sterk verhoogd geluidsniveau en een aan een racemotor herinnerend vermogenskarakter zeker niet verrassen. De Alpina-piloot blijft echter verschoond van dergelijke onvolmaaktheden. Bijna net zoals zijn seriependant ontplooit het opgefokte aggregaat zijn grote kracht zijdezacht en op een manier die niet op het vergelijkenderwijs hoge specifieke vermogen van meer dan 83 pk/liter wijst. Bijna wenst men bij een dergelijk sportief instrument een sportiever geluid. Reden tot kritiek gaf het bij stationair toerental hoorbaar malende versnellingsbakgeluid, dat echter meteen na het wegrijden verdween.
Een vrolijk hoofdstuk is ook het goede rendement van de Alpina-krachtbron. Het testverbruik van 18,4 liter per 100 kilometer lijkt op het eerste gezicht niet echt bescheiden, maar daarbij moet rekening worden gehouden met de geforceerde rijwijze waartoe de snelle coupé uitdaagt. Zonder veel langzamer te zijn, was het bij iets terughoudendere bediening van het gaspedaal zeker mogelijk de benzineconsumptie onder de 16 liter per 100 km te houden. Puur racegedrag deed de brandstofbehoefte tot boven de 20 litergrens stijgen.

Onderstel: hard en snel
Het onderstel van de snelle Alpina-BMW presenteert zich in verwacht harde sportiviteit, maar toch is het gewenste compromis tussen optimaal weggedrag en nog te verdragen comfort goed gelukt. Weliswaar zijn de veerwegen kort en spreekt de vering droog aan, maar het komt nooit tot harde en onaangename aanslagen op de wervelkolommen van de inzittenden.
Tegelijkertijd werd een onder alle denkbare omstandigheden uiterst veilig en onproblematisch weggedrag bereikt, dat het toestaat snelle bochten in monter tempo in te gaan en met adembenemende snelheid te ronden. Het licht ondersturende gedrag van de BMW dwingt de bestuurder daarbij slechts tot minimaal stuurwerk, hoewel de relatief zware auto met een mechanische besturing zonder bekrachtiging opereert. In langzame en middellangzame bochten staat voldoende vermogensoverschot aan de achterwielen ter beschikking om de achterkant met het gaspedaal te sturen en de bocht in een gecontroleerde gelijkmatige drift af te leggen. Zelfs daarbij bleken de stuurkrachten verbazend laag. Het overhellen van de opbouw is ook bij extreme rijwijze zo gering, dat het noch door de inzittenden noch door buitenstaanders wordt geregistreerd. Tot de positieve punten van de veiligheid behoren ook de betrouwbare richtingsstabiliteit en de ongevoeligheid voor zijwind. Ook hier speelt de voor aangebrachte spoiler een niet onbelangrijke rol. Bij snelheden boven 200 km/h drukt de rijwind tegen de spoiler en zo de voorzijde van de coupé tegen het wegdek en zorgt daardoor voor een extra belasting van de vooras van ongeveer 100 kilogram. Ook het remsysteem werd aangepast aan het extra vermogen. De vóór nog vergrote en voor het overige aan alle vier de wielen geventileerde schijfremmen waren opgewassen tegen elke belasting en toonden alleen in extreme gevallen een nauwelijks vast te stellen licht trillen.
Het plezier om zo’n superieure automobiel te bezitten, moet echter ook overeenkomstig worden betaald. De speciale motor kost samen met het oliekoelsysteem 6150 mark extra, de ZF-vijfversnellingsbak staat voor nog eens 2700 mark in de prijslijst. Voor de ombouwset van de schijfremmen en voor de verstelbare stabilisatoren moeten respectievelijk 630 en 320 mark worden neergeteld. Zo komen er met arbeidsloon en btw 11.800 mark bovenop de prijs voor de standaard lichtgewichtcoupé. De hoge eindprijs beperkt de koperskring noodgedwongen. Er moet echter één ding worden bedacht: de CSL Alpina-coupé biedt een optimum aan prestaties en rijplezier, dat zelfs bij bijna twee keer zo dure, uit Italië of Engeland stammende luxe wagens slechts op onvolkomen wijze wordt geboden.


Ter vergelijk

BMW-Alpina 3.0 CSL

Aston Martin DBS V8

Ferrari 365 GT

Lamborghini Jarama 400 GT

Maserati Ghibli

Porsche 911 S*

Inhoud (cm³)

2985

5340

4390

3929

4709

2341

Vermogen (pk/tpm)


250/6600


350/5500


320/6600


350/7500


310/6000


190/6500

Prijs (DM)

43.045

75.267

75.314

63.270

72.233

31.650

Acceleratie in seconden

0 –   60 km/h

  3,1

  3,5

  3,8

  3,7

  3,8

  3,5

0 –   80 km/h

  4,9

  5,1

  5,3

  5,2

  5,2

  5,6

0 – 100 km/h

  6,7

  7,1

  7,3

  6,9

  7,0

  7,4

0 – 120 km/h

  8,8

  9,5

  9,8

  9,0

  9,1

10,2

0 – 140 km/h

11,4

12,7

13,0

12,0

12,0

13,2

0 – 160 km/h

14,8

16,2

16,6

15,5

15,0

17,8

0 – 180 km/h

19,5

21,4

22,0

19,8

18,8

23,0

0 – 200 km/h

27,1

27,6

29,0

26,6

24,4

32,0

0 – 1 km

26,1

26,9

27,1

26,4

26,1

27,2

Top (km/h)

243,2

241,7

241,5

249,2

274,8

231,4

* met 5-versnellingsbak


E9 TESTBERICHTEN