BMW CSL RACEHISTORIE (8) - 1977

BMW ALPINA 3.2 CSL

DE WEG NAAR HET EK TOERWAGENS

"Jaguar was onze reden om aan het EK mee te doen", verklaart Alpina baas Burkhard Bovensiepen zijn activiteiten in 1977. Maar de ‘roofkat’ uit het Engelse Coventry sloeg zijn klauwen niet echt uit. Weliswaar stond de meer dan 500 pk sterke twaalfcilinder meestal op de eerste startrij, technische problemen noopten de Engelsen dikwijls tot opgave. Maar ook de Alpina-crew werd in de eerste helft van het seizoen door motordefecten geplaagd. Desondanks waren vijf zeges in elf kampioenschapsraces voldoende om nét Europees kampioen te worden. Jaguar had al midden in het seizoen opgegeven en daarmee Bovensiepen van zijn motivatie beroofd. Bovensiepen in een terugblik: "Een dure grap. Iedere race heeft ons 50.000 mark gekost."

Een toerwagen, zo wil het, moet in de eerste plaats races winnen. Bij de firma Alpina in het Beierse Buchloe, naar eigen zeggen "fabrikant van exclusieve auto’s op BMW-basis", heeft men echter nog andere plannen. Dr. Fritz Indra, chefconstructeur van Alpina, verklaart: "Het finishen van onze race-BMW moet potentiële Alpina-klanten de ogen openen voor ons hoge technische, maar ook esthetische niveau."
Inderdaad beschikt de groene Alpina BMW 3.2 CSL, die afgelopen jaar Europees toerwagen-kampioen werd, over een voor racewagens ongewoon liefdevolle optische detailfinesse. Zelfs daar waar dit niet zonder meer het doel van snellere rondetijden dient. Zo schuwen de Beieren het niet de deuruitsnedes met hooggepolitoerde aluminium platen te bekleden "omdat het er mooier uitziet". Onder de standaard tankdop zitten de persluchtaansluitingen voor pneumatische kriks met behulp waarvan de meer dan een ton zware coupé voor servicedoeleinden per knopdruk de hoogte in gaat.

KUNSTSTUK ONDER DE MOTORKAP
Vergelijkbaar mooie perspectieven openen zich bij het bekijken van de cockpit en de motorruimte. Accuraat in het speciale dashboard gebouwde instrumenten, een leren Alpina stuurwiel en schakelpookknop, de vuurbestendige racekuipstoel maar ook de in zwarte krimplak gespoten middenconsole geven de coureur een werkplek met een bijna luxueus karakter. Want "de rijder moet zich prettig voelen", aldus Dr. Indra.
De blinkend schone zescilinder lijnmotor met zijn lange aanzuigtrompetten en dunne inspuitleidingen schijnt bedoeld te zijn als wonderschoon tentoonstellingsstuk – zo eentje die techniekliefhebbers onder glas in de huiskamer plegen te zetten. Voor het bereiken van het vermogen van 335 pk (serie: 205 pk) buitte Alpina het Groep II regelement volkomen uit. Zo werd de boring met de toegestane 0,6 mm vergroot, waardoor de totale cilinderinhoud met bijna 50 cc steeg. Lichte, gesmede zuigers en de detailbewerking van alle bewegende motor-onderdelen zorgen voor een duidelijk betere loop van de zescilinder.
Een betere vullingsgraad van de halfronde verbrandingsruimtes wordt bewerkstelligd door de scherpere nokkenas en modificaties aan de mechanische Bosch/Kugelfischer inspuitinstallatie. Daarbij zitten de injectoren ver uit het midden van de aanzuigtrompetten en spuiten de brandstof direct in de luchtstroom.

PAS OP! BIJ SNEL RIJDEN VERSLAVINGSGEVAAR!
Ondanks het toegenomen vermogen ontplooit het Beierse kunstaggregaat zijn potentie op verbazingwekkend gecultiveerde wijze. Weliswaar brult de 3,2 liter daarbij energiek uit de dubbele vlampijpen die onder de bijrijdersdeur uitsteken, maar tegelijkertijd reageert hij zonder allures spontaan op gaspedaalbewegingen, biedt zijn piloot een opmerkelijk breed bruikbaar toerengebied en lijkt daardoor bijna net zo soepel als de seriemotor.
De eerste proefronden op de kleine ring van Hockenheim brachten weinig gewennings-problemen. Verrassend goedmoedige reacties van het onderstel op de deels vochtige piste zetten juist aan tot flink planken. Een rijstijl die in de Alpina BMW kan leiden tot verslaving. Want de Beierse Europees kampioen enthousiasmeert met een bijna perfecte hanteerbaarheid, honoreert gedoseerd gasgeven in zowel snelle als langzame bochten met uitgebalanceerd overstuur, zonder de rijder bij dergelijke provocerende stuurbewegingen het heft uit handen te nemen.
De drifthoek kan bijna naar believen worden bepaald en in noodgevallen nog in de loop van de bocht probleemloos worden gecorrigeerd. Daarvoor voldoet licht terugnemen van het gas waardoor de stabiliteit duidelijk verbetert.

Ondanks het toegenomen vermogen ontplooit het Beierse kunstaggregaat zijn potentie op verbazingwekkend gecultiveerde wijze. Weliswaar brult de 3,2 liter daarbij energiek uit de dubbele vlampijpen die onder de bijrijdersdeur uitsteken, maar tegelijkertijd reageert hij zonder allures spontaan op gaspedaalbewegingen, biedt zijn piloot een opmerkelijk breed bruikbaar toerengebied en lijkt daardoor bijna net zo soepel als de seriemotor.
De eerste proefronden op de kleine ring van Hockenheim brachten weinig gewennings-problemen. Verrassend goedmoedige reacties van het onderstel op de deels vochtige piste zetten juist aan tot flink planken. Een rijstijl die in de Alpina BMW kan leiden tot verslaving. Want de Beierse Europees kampioen enthousiasmeert met een bijna perfecte hanteerbaarheid, honoreert gedoseerd gasgeven in zowel snelle als langzame bochten met uitgebalanceerd overstuur, zonder de rijder bij dergelijke provocerende stuurbewegingen het heft uit handen te nemen.
De drifthoek kan bijna naar believen worden bepaald en in noodgevallen nog in de loop van de bocht probleemloos worden gecorrigeerd. Daarvoor voldoet licht terugnemen van het gas waardoor de stabiliteit duidelijk verbetert.

ZWARE BESTURING
Zo dreigt er weinig gevaar tot spinnen voor de ongeoefende Alpinarijder, echter des te meer door een gebrek aan lichamelijke conditie. Want terwijl pedalen en transmissie nog verhoudingsgewijs civiele bedieningskracht vergen, kan de besturing ongeoefende rijders aan de grens van hun lichamelijke conditie brengen. Dit wordt veroorzaakt door het hoge gewicht van de coupé en de ongewoon brede racebanden.
Deze lichamelijke uitputtingsslag werd door Burkhard Bovensiepen, behalve directeur van Alpina ook gepassioneerd hobbykok, op zijn eigen wijze onderkend. Hij tracteerde de uitgeputte Auto motor und sport-crew en zichzelf in het rijdershome van Hockenheim op zelfbereide "Filet Alpina".

Zo dreigt er weinig gevaar tot spinnen voor de ongeoefende Alpinarijder, echter des te meer door een gebrek aan lichamelijke conditie. Want terwijl pedalen en transmissie nog verhoudingsgewijs civiele bedieningskracht vergen, kan de besturing ongeoefende rijders aan de grens van hun lichamelijke conditie brengen. Dit wordt veroorzaakt door het hoge gewicht van de coupé en de ongewoon brede racebanden.
Deze lichamelijke uitputtingsslag werd door Burkhard Bovensiepen, behalve directeur van Alpina ook gepassioneerd hobbykok, op zijn eigen wijze onderkend. Hij tracteerde de uitgeputte Auto motor und sport-crew en zichzelf in het rijdershome van Hockenheim op zelfbereide "Filet Alpina".

Uit: Auto motor und sport 7/1978
Door: cdt
Vertaling: Bram Visser

DIETER QUESTER
EUROPEES TOERWAGENKAMPIOEN 1977

Twintig jaar na zijn autosportdebuut en vier jaar na Toine Hezemans is het eindelijk zo ver: Dieter Quester is Europees toerwagenkampioen met BMW 3.2 CSL…

Zoals Toine in 1973 terecht opmerkte, was zijn kampioenschap destijds voor een niet onbelangrijk deel te danken aan de rijkwaliteiten van koppelgenoot Dieter Quester (Oostenrijker, geboren 30 mei 1939). Weinig coureurs weten snelheid te combineren met betrouwbaarheid, maar Quester verstaat die kunst als geen ander en legde zo de basis voor Toines kampioenschap.
In tegenstelling tot eerder genoemde succesvolle combinatie, vormde Dieter dit seizoen steeds een ‘gelegenheidsduo’ met maar liefst zes andere coureurs: Tom Walkinshaw, Vittorio Brambilla, Gunnar Nilsson, Umberto Grano, Patrick Nève en…Toine Hezemans.
Over de kampioenswagen, de grasgroene Alpina BMW racecoupé, was hij zeer te spreken: "De beste BMW die ik ooit heb gereden:" en dat zijn er heel wat…
"Mijn eerste BMW, een 1800 tisa, kocht ik van Hubert Hahne voor 5000 mark en ik won hiermee het Oostenrijkse kampioenschap en de BMW Cup in 1965."
In 1966 huwde hij met Alex von Falkenhausen’s dochter Julianna en kreeg een BMW 2000 ti fabriekswagen tot zijn beschikking. Via de Lola-Apfelbeck BMW en een zeer succesvolle periode met BMW 2002 (Europees kampioen in 1968 en 1969), stapte hij in de BMW coupé.
Als eerste versloeg hij in 1971 met een Schnitzer BMW coupé de fabrieks-Capri’s!! Deze unieke overwinning, met een toen nog loodzware (1270 kg) 3.0 CS, vond plaats op het circuit van Zandvoort.