BMW
Alpina C1-2,3 – BMW Hartge 323i-RS – BMW 323i Krankenberg
TRIO INFERNAL
Uit
sport auto 5, 1981. Door Rolf Häring. Vertaling: © Bram Visser, 2005.
De Duitse BMW-tuners hebben een groot pk-menu paraat. Dus is het kleinste Alpina-model, de 170 pk sterke C1-2,3, geenszins concurrentieloos. De sterkste 2,3 liter-BMW’s van Duitsland komen van Hartge en Krankenberg. Hoe goed zijn deze 180 pk-raketten?
Bij motorsportevenementen wordt het fenomeen buiten op de parkeerplaats bijzonder duidelijk: er zijn twee grote volksstammen op het gebied van getunede, dus geoptimaliseerde of gemodificeerde straatauto’s. De ene is de getalsmatig oppermachtige van de VW GTi-rijders en de andere is de iets kleinere, maar fijnere heerschare der BMW 323i-rijders.
Vooral de BMW-fans hebben zich in de afgelopen jaren ontfermd over bedrijven die veel hersenwerk hebben geďnvesteerd in een individuele verbetering van de blauwwitte vierwielers. Te beginnen met de in Buchloe zetelende vermogensfabriek Alpina. Een in de jaren zeventig snel omhoog gegroeid bedrijf met fabrikantenstatus en een verleden in de motorsport. Voor veel BMW-rijders geldt Buchloe als het pk-Mekka.
Alpinas kleinste model, de sinds een jaar gebouwde C1-2,3, kreeg sport auto mee voor een test. De concurrenten: uit het middelgrote BMW-dealerbedrijf van de gebroeders Hartge in Beckingen, Saarland een 323i met een tuningkit voor 180 pk, dus 10 meer dan de C1. Nummer drie is een eveneens 180 pk sterke BMW 323i van een bedrijfje uit het Badense Gaggenau: Autohaus Krankenberg.
Methoden en doel van de ombouw alsmede de karakters van de drie testkandidaten, waarvan de totaalprijzen tussen 36.950 en 43.000 mark liggen, verschilden. Laten we daar beginnen waar het zescilinderhart slaat.
De motor
De ‘fabrikant van edele automobielen’ in Buchloe stelt zich zoals gezegd
tevreden met een vermogensstijging t.o.v. het seriemodel van 27 pk. Dit vooral
uit oogpunt van een gunstig brandstofverbruik en absolute dagelijkse
bruikbaarheid.
Ondanks een geringere vermogenswinst dan bij de concurrenten, zijn de modificaties uitgebreider: onder andere worden er nieuwe zuigers en drijfstangen toegepast, die op de nagenoeg halfronde verbrandingsruimtes zijn afgestemd, en de compressie tot 10,0 : 1 verhogen en daarmee het inwendige rendement. In tegenstelling tot Hartge en Krankenberg monteert Alpina een relatief tamme 268°-nokkenas met grotere klepspeling. Daarnaast zorgt de in de Alpina 328 (B6) gebruikte dubbele uitlaat nog voor een paar extra pk’s.
Vergeleken met de beide andere testkandidaten liggen de voor- en nadelen van deze fijngevoelige wijze van tuning voor de hand en deze worden tijdens de test bevestigd. Hoewel het vermogen van de C1-2,3 vergeleken met de serie-323i duidelijk is gestegen, hij in een onspectaculaire maar indrukwekkende acht seconden van nul naar 100 km/h sprint (serie: ca. 8,9 s) en met een topsnelheid in de vierde versnelling (in 5 acht km minder) met 209,3 km/h bijna 10 km/h sneller is dan de 142 pk-serie, is zijn brandstofverbruik verminderd. Tegenover 14,4 liter Super testverbruik per 100 km bij de 323i staan slechts 13,6 liter bij de Alpina C1. Maar de tegenstanders leveren betere prestaties en vooral Krankenberg een gecultiveerder motorgeluid.
De Badener Michael Krankenberg ging, net als zijn tuning-collega uit Beckingen, iets andere wegen. Hij haalde de extra kracht vooral uit een scherpe 292°-nokkenas (voortaan 280°), freesde klepholtes in de zuigers en bewerkte het inlaatspruitstuk en het uitlaatsysteem. De werking is hetzelfde als bij de Hartge-testauto, die vanwege de verscherpte uitlaatgastests geen 292°-nokkenas meer heeft, maar een 280° net als voortaan een versnellingsbak met overdrive en eindoverbrenging van 3,45 (Hartge-testwagen: 3,36 : 1 van een BMW 2002 Turbo). Hartge en Krankenberg nemen koppelverlies in het onderste toerenbereik voor lief, maar kunnen boven de 4500/min oogsten.
Is er dus geen sprake van een agressieve, maar van een zuinige rijstijl dan laat de Alpina de beide andere staan. De cijfers hieronder geven dat aan. Daarbij moeten de souplessecijfers van Hartge en Krankenberg worden vergeleken met de tussen haakjes geplaatste cijfers van Alpina in de 4e versnelling.
Geen wonder dus dat het verbruik van de Alpina-concurrenten met hun korte sportbakken ongeveer tien procent hoger is.
Dagelijks gebruiksgemak
De ellende begint met het bezoek aan een wasstraat. Terwijl de van voren extreem
verlaagde testwagens van Hartge en Krankenberg letterlijk met de hand naar de
schoonmaakplaats moesten worden gedragen, hecht Alpina ook daar meer waarde aan
dagelijks gebruikersgemak dan aan al te nadrukkelijk betoonde sportiviteit.
Vanzelfsprekend, zo benadrukken alle tuners bij het bespreken van dergelijke
‘bijzaken’ steeds weer, is elke gewenste onderstelafstemming mogelijk.
Nemen we nog even een tweede aspect van het dagelijks gebruik bij de hand. Wie geďnteresseerd is in extreem getunede versies moet weten dat, vooral de door scherpere nokkenassen, bij gas loslaten de in het inlaatspruitstuk achtergebleven gassen kunnen zorgen voor een ergerlijk schokken bij stapvoets rijden.
Tenslotte moet men ook goed nadenken over de persoonlijke eisen van belading (bijvoorbeeld op vakantieritten) en dat bij speciale onderstelwensen in acht nemen.
Het
onderstel
Hier ligt de Krankenberg-BMW zo duidelijk en indrukwekkend aan kop, dat
comfortverlies graag voor lief wordt genomen en vergeten. De moeite die de
Gaggenauer BMW-tuner, inmiddels bekend vanwege zijn optimaal sportief afgestemde
onderstellen, zich heeft getroost, is veel groter en duurder dan de
concurrentie. Maar de investering is het zeker waard.
Krankenberg gebruikte onder andere speciale Bilstein veerpoten, progressieve veren, unibal-steunlagers, gaf ook de voorwielen een negatief camber en zette ze op 7 inch brede velgen met 205-banden. De 7” wielen lijken voor niet echt noodzakelijk, omdat daardoor stuurbekrachtiging des te dringender gewenst is en de rechtuitloop eronder leidt. Voordelen zijn stuurprecisie en de mogelijkheid de wielen ook op de achteras over te zetten (zelfde maat).
In elk geval: de Krankenberg 323i legde in het Motodrome van Hockenheim een proeve van bekwaamheid af, die zijn gelijke niet kent. Uitgerust met een 50%-sperdifferentieel, dat de slip van verschillend belaste aandrijfwielen vermindert, draaide hij, bijna zonder zichtbare beweging van de carrosserie, zijn rondes – en zette permanent de beste tijden neer. Vooral in de slalom werd duidelijk dat hij slechts exact sturende handen en een fijngevoelig doserende gasvoet verlangt. Volledig neutraal legt hij dan dapper het parcours af en kondigt goedmoedig aan wanneer zijn achterkant naar buiten denkt de glijden. Misschien ten overvloede, maar hij heeft met afstand het beste BMW 3-serieonderstel dat sport auto tot nu toe heeft getest. Want de testcijfers zijn tot op heden de beste voor straatauto’s.
Dat moet niet de indruk geven dat de Hartge 323i RS en de Alpina C1-2,3 een schuchter optreden gaven. Terwijl Alpina een aangename onderstelharmonie van comfort en sport heeft gevonden, overtuigde ook de iets te hard geveerde (zonder daardoor handlingsvoordelen te bereiken) Hartge. Maar juist hij neigde te zeer tot onderstuur en zijn achteras kwam te sterk omhoog.
Het afwegen van de verhoudingen prijs/prestatie vereist een omvangrijke studie van de prijslijsten. Sinds kort is overigens ook de firma Hartge in staat, net als Alpina via zijn eigen exclusieve dealernetwerk, om de BMW 323i RS-kit via de BMW-dealersorganisatie aan te bieden. De motorkit, die 180 pk op de testbank tovert, behelst een speciale cilinderkop met bewerkte kleppen en klepveren, een 280°-nokkenas, een speciaal uitlaatsysteem met uitlaatspruitstuk, motorpakkingset en montagemateriaal. Voor de montage van de inclusief BTW 4450 mark dure kit is er een strenge arbeidsduuropgave (150 arbeidseenheden), zodat de kit inclusief montage op 5200 mark komt.
Ter vergelijk: terwijl de C1-2,3 als complete auto 36.950 mark kost, is de C1-motor inclusief uitlaatsysteem, maar zonder montagekosten en tegen inlevering van een nieuwe seriemotor, voor 5795 mark te koop.
Michael Krankenberg tenslotte is in staat een 180 pk-323i met Bilstein onderstel (5 x 13, BBS) voor 30.657 mark op poten te zetten. Bij hem kost de motorombouw 4859 mark.
De klant moet zich daarbij nauwkeurig ervan vergewissen, welke tegenprestaties er voor deze prijzen worden geleverd.
Ter conclusie kan worden vastgesteld dat de Alpina weliswaar goed in de markt ligt en de C1-2,3 volgens uitspraken van directeur Burkard Bovensiepen ‘waanzinnig goed’ verkoopt (tot nu toe meer dan 170 motoren en ongeveer 50 complete auto’s). Maar toch: de concurrentie leeft – en gedijt. Terwijl Krankenberg gezien de bedrijfsgrootte als klein, maar wat betreft individualiteit (ook HiFi) fijn alternatief kan worden gezien, heeft Hartge de potentie om Alpina niet alleen in kwaliteit maar zelfs in aantallen spoedig te evenaren. Acht RS-bouwpakketten per week stelt hij samen, in totaal nu ook al 170 stuks van 180 pk.