CS ZONE


 E9 TECHNIEK BMW 3.0 CSL

HOME  INDEX  TECHNIEK

 

BMW 3.0 CSL

 

BMW 3.0 CSL

Bouwperiode

1971 -1972

1972 - 1973

1973 – 1975

Motor

6 cilinder lijnmotor

Boring x slag

89 x 80 mm

89,25 x 80 mm

89,25 x 84 mm

Cilinderinhoud

2985 cm³

3003 cm³

3153 cm³

Max. vermogen

180 pk @ 6000/min

200 pk @ 5500/min

206 pk @ 5600/min

Max. koppel

26,0 mkg @ 3700/min

27,7 mkg @ 4300/min

29,2 mkg @ 4200/min

Compressieverhouding

9,0 : 1

9,5 : 1

Mengselbereiding

2 valstroom registercarburateurs Zenith 35/40 INAT

Elektronische benzine-injectie (Bosch)

Versnellingen

4

Voorwielophanging

McPherson veerpoten, schroefveren, toriestabilisator

Achterwielophanging

Dwarsarmen, veerpoten, schroefveren, torsiestabilisator

Remmen voor

schijven 272 mm, bekrachtigd

Remmen achter

schijven 272 mm, bekrachtigd

Velgen

7J 14 H2 (lichtmetaal)

Banden

195/70 VR 14

Wielbasis

2625 mm

Spoorbreedte v/a

1446 / 1402 mm

1426 / 1422 mm

1470 / 1426 mm

Lengte / breedte / hoogte

4660/1670/1370

4630/1730/1370

Gewicht

1165 kg

Tankinhoud

78 liter

Topsnelheid

213 km/u

220 km/u

0 - 100 km/u

7,3 s

Opmerkingen
Toen de CS-serie werd ontworpen, had BMW absoluut geen plannen om met deze modellen te gaan racen. Toen dit, in navolging van Alpina-BMW en Schnitzer, toch ging gebeuren, bleek de coupé veel te zwaar om het succesvol te kunnen opnemen tegen de Fords Capri. BMW kocht teamleider Jochen Neerpasch en technicus Martin Braungart weg bij Ford, liet hen BMW Motorsport GmbH oprichten (de BMW-raceafdeling) en zij bouwden, met de sportreglementen in de hand, lichtgewicht versies van de CS/CSi, die CSL heetten (L voor Leichtbau). Deze auto’s werden geleverd met een spoilerset, waartoe o.a. een enorme achtervleugel en een windgeleider boven de achterruit behoorden. Deze twee aërodynamische hulpmiddelen mochten in Duitsland zelf van de TüV niet op de openbare weg worden gebruikt, maar werden naar wens wel meegeleverd in de kofferbak. De CSL's vormden de basis voor grote BMW-successen in de toerwagenracerij.