CS ZONE 

  

  

E24 ALPINA

 

HOME INDEX

 

 

BMW ALPINA 6-SERIE

Uit CSi 4/2001. Later bijgewerkt.
Door Bram Visser

De eerste Alpina 6-serie

In 1976 introduceerde BMW de 6-serie (E24) als opvolger van de succesvolle E9 coupés. In mei 1977 presenteerde Alpina de 630 CS B2. Deze auto had de B2-motor die ook werd toegepast in de 5-serie (E12). De B2-motor was gebaseerd op BMW’s 3-liter zescilinder, maar de Alpina-motor had speciale Solex carburateurs en een Alpina inductiesysteem, een Alpina nokkenas en het nodige polijstwerk aan de cilinderkop. Dit, samen met een aantal andere wijzigingen, resulteerde in 230 pk. Dat vermogen liet de 630 CS B2 in 6,9 seconden accelereren van 0 tot 100 km/u en leidde tot een topsnelheid van 230 km/u. De coupé was voorzien van 14 inch lichtmetalen Alpina-velgen, een voorspoiler, een geheel opgewaardeerd interieur en een speciaal Bilstein-Alpina ophangingssysteem.

 

BMW Alpina 630 CS B2 in volledige oorlogsuitrusting.

Alpina 633 CSi B8

Op basis van de BMW 633 CSi werd de B8 gebouwd. Deze had een 3210 cc grote zescilinder die 240 pk bij 6000/min en 309 Nm bij 4500/min leverde.
Inwendig had de motor gesmede zuigers, waardoor de compressie van 9,0 : 1 tot 9,5 : 1 werd verhoogd, een gewijzigde vorm van de verbrandingsruimte, die het ideaal van een halve bol tamelijk nabijkwam en de in- en uitstroomomstandigheden verbeterde, alsmede een andere nokkenas, die zorgtde voor langere openingstijden van de inlaatkleppen. De enige verandering aan de L-Jetronic-inspuiting was een aanpassing van de luchthoeveelheidmeter aan de nieuwe omstandigheden. Daarnaast was er een door Alpina speciaal ontwikkeld uitlaatsysteem. Deze motor werd ook in de 5-serie (E12) en 7-serie (E23) geleverd. Van de E24 B8 zouden slechts 6 exemplaren zijn gebouwd. Nadere gegevens ontbreken. Vermoedelijke cijfers: 0-100 in ca. 7 seconden, topsnelheid ca. 230 km/h.

  

Boven en onder: Alpina B8 (1977)

  


De Alpina 630 Turbo / Alpina B7 Turbo

De B7 Turbo werd geïntroduceerd in december 1978 en het was de eerste 6-serie met een volledige Alpina-conversie, d.w.z. dat hij een eigen identificatienummer had. Alpina was nu geen tuner meer, maar een officiële autofabrikant geworden. Aanvankelijk werd de auto nog Alpina 630 Turbo genoemd, maar later veranderde Alpina de naam in Alpina B7 Turbo. In een periode van tien jaar (december 1978 – juni 1988) werden er 313 auto’s gemaakt.

De motor is dezelfde 3-liter zescilinder turbo als die van de B7 Turbo sedan (E12). Hij is gebaseerd op de BMW 3-liter. De gehele motor was zorgvuldig opnieuw opgebouwd met gebruik van speciaal voor deze motor ontworpen componenten. Bijvoorbeeld Mahle zuigers voor een lagere compressie, een nieuw ontstekingssyteem van Dr. Hartig en een nieuw Zenith-Pierburg DL benzine-injectiesysteem. De B7 had ook een variabele turbodrukregeling waarmee de overdruk van de KKK K27-turbocompressor kon worden afgeregeld tussen 0,55 en 0,85 bar, corresponderend met een maximum vermogen 250 tot 300 pk bij 6000/min. Het maximum koppel bedroeg 462 Nm bij 2500/min.

Met de nieuwe 5-serie (E28) kwam ook de daarop gebaseerde Alpina B7 Turbo sedan. Deze had een 3,5 liter turbomotor met 300 pk. Deze motor leverde in de B7 Turbo coupé echter 330 pk. Dat kwam omdat de 6-serie zwaarder en duurder was en Alpina niet wilde dat hij langzamer was dan de sedan.
Eind 1986 kreeg de B7-motor een katalysator aangemeten, waardoor het vermogen tot 320 pk daalde.
De prestaties waren indrukwekkend. De acceleratie van 0 tot 100 km/u varieerde van 5,9 tot 6,7 seconden en de topsnelheid van 250 tot 265 km/h, afhankelijk van het bouwjaar van de auto.
De B7 was leverbaar met een close-ratio 5-versnellingsbak of een 5-bak met overdrive, beide handgeschakeld. De auto was voorzien van een 25% sperdifferentieel en achteraskoeling. Rondom waren er geventileerde schijfremmen en met gas gevulde Bilstein schokdempers gemonteerd en verstelbare progressieve veren, die achter in hoogte verstelbaar waren. Ook de stabilisatorstangen voor en achter waren verstelbaar. Om de 16-inch lichtmetalen velgen lagen banden van 205/55 VR16 (voor) en 225/50 VR16.

 

            Alpina B7 Turbo Coupé.

 

De Alpina B7S Turbo

In mei 1982 introduceerde Alpina de B7S Turbo Coupé. De productie werd gelimiteerd tot slechts 30 exemplaren. De coupé was voorzien van een 330 pk 3,5 liter zescilinder en een speciale door ZF ontwikkelde vijfversnellingsbak om het enorme koppel van 500 Nm (exact evenveel als van de nieuwe BMW M5!) te kunnen verwerken. De auto accelereerde in 5,4 seconden van 0 naar 100 km/u en had een topsnelheid van meer dan 260 km/u. Uiteraard waren onderstel, remmen en banden aan het vermogen aangepast.


 

 

 

 

 

  Alpina B7 Turbo Coupé.

 

De Alpina B9 en B10 3,5

De B9 kwam in 1982 en verving de 630 CS B2. In 1985 werd hij vervangen door de B10. Tussen 1982 en 1987 werden er in totaal 121 exemplaren gebouwd.

De 3,5 liter zescilinder van de B9 was door Alpina gemodificeerd met Mahle zuigers, een scherpere nokkenas, gewijzigde cilinderkop en verbrandingsruimtes en een hergeprogrammeerd Motronic injectiesysteem. Het resultaat was een vermogen van 245 pk en een koppel van 320 Nm. De B9 sprintte in de handen van auto motor und sport van 0 naar 100 km/u in 7,3 tellen en had een topsnelheid van 238 km/u.

De B10 produceerde 261 pk zonder en 254 pk met katalysator. Deze motor werd door Alpina toegepast in de 3-, 5- en 6-serie.


 

Willkommen! Bitte klicken Sie hier -- Welcome! Please click here.