TEST BMW 733i AUTOMAAT
Uit: Autovisie 17/1977. Door Nico de Jong.
Met dank aan Frans Vogel.
Nog niet eerder heeft BMW een modellenserie uitgebracht die zó nadrukkelijk
werd ontworpen om de producten van dat ándere Duitse prestigemerk Mercedes
concurrentie aan te doen. De nieuwe 7-serie is een schot naar de sterren. De
sterren die Mercedes op de motorkap van haar S-modellen zet.
De serie bestaat vooralsnog uit drie modellen, de 728, de 730 en de 733i.
Daarnaast zijn er natuurlijk de eerder uitgekomen beide coupés, de 630 CS en de
633 CSi. Het zit er naar mijn mening dik in, dat er in de toekomst ook nog wel
een sedan in 2,5 liter uitvoering zal komen en wellicht in een wat verder
verwijderde toekomst ‘iets’ met een nóg grotere motor. Gewoon om met de
Mercedes-reeks te ‘rijmen’.
Voor deze test kozen we de duurste 7-sedan, de 733i.
Motor
De motoren in de 7-serie zijn in feite niet nieuw. Die van de 728 zit alweer een
tijdje in de 528, de beide andere motoren in de coupés 630 en 633. Ten opzichte
van de versie in deze modellen is er niets aan de motoren gewijzigd.
De motor in de testwagen is uitgerust met Bosch L-Jetronic brandstofinspuiting
van de ‘tweede generatie’ wat zeggen wil: verbeterd ten opzichte van de
oorspronkelijke L-Jetronic. Bovendien heeft de motor transistorontsteking met
inductiegever in de strromverdeler. Merkwaardig dat BMW niet de eigenlijk
aantrekkelijker thyristor-condensatorontsteking heeft toegepast.
De zescilinder inspuitmotor valt op door zijn bijzonder smeuïg karakter. Hij
heeft een zeer hoog koppel: op de rollenbank bijna 22 mkg! Koppel- zowel als
vermogenskromme lopen prachtig vloeiend op. Het vermogen, dat door de fabriek
als 197 pk wordt opgegeven bleek gemeten aan de achterwielen bij onze testwagen
op de rollenbank 156 pk te bedragen bij 5500 toeren per minuut. Twintig procent
vermogensverlies in de transmissieketen – lang geen slecht resultaat als je
bedenkt dat in onze testwagen een automatische versnellingsbak zat gemonteerd
– een ding dat nu eenmaal meer verliezen oplevert dan een handgeschakelde bak.
Dat uitrustingsstuk had ook duidelijk enige invloed op de prestaties. Vergeleken
met enkele andere met automaat uitgeruste wagens uit deze prijsklasse, de Jaguar
4,2 en de Mercedes 280 SE, komt de BMW er met een acceleratie van 0 tot 80 in 7
seconden rond tegenover respectievelijk 7,7 en 7,1 seconden bepaald niet kwaad
uit, maar vergeleken met de 5,9 seconden die we ooit met een handgeschakelde BMW
3.0 Si hebben gemeten over dit acceleratiebereik wordt het duidelijk dat er een
seconde ‘in de bak blijft hangen’. Overigens zijn die prestaties (10,1
seconden van nul tot 100, 13,9 tot 120 en 19,4 tot 140) toch wel zodanig dat je
met deze auto kunt wat met weinig andere wagens lukken wil: gelijk op
accelereren met motorfietsen, mits deze laatste niet van het allerzwaarste
kaliber zijn.
Bij al dit geweld wordt men onwillekeurig zéér nieuwsgierig naar het verbruik.
Dat blijkt echter – voor dit slag auto – best wel mee te vallen: bij een
constant aangehouden snelheid van 60 km/h loopt de wagen 1 op 9,9, bij 80 is dat
1 op 8,8, bij 100 1 op 7,8, bij 120 1 op 6,9 en bij 140 1 op 5,7. Natuurlijk kom
je op hogere verbruikscijfers als je ten volle gebruik maakt van de forse
acceleratiecapaciteiten die deze wagen bezit. Maar toch: tijdens een nogal
hardhandig gereden rit over enkele honderden kilometers waarbij het accelereren
niet werd geschuwd en pittig werd doorgestoomd lag het gemiddelde verbruik
slechts een ietsje onder de 1 op 6 – en dat is toch mooi voor zo’n zware
jongen.
De motor is prachtig geruisloos. In de 733i werd hij – in tegenstelling tot de
beide andere modellen die het met een vrij simpele ophanging moeten stellen –
op twee dakvormige rubberhoeken bevestigd, die in langsrichting stijf doch in
dwarsrichting zeer flexibel zijn. Het achterste ophangrubber op de
versnellingsbak is juist in dwarsrichting stijf. Bovendien zijn aan weerszijden
van het motorblok twee telescoopdempers aangebracht.
Dit alles tezamen met het feit dat er niet minder dan 65 kilogram geluiddempend
materiaal in de wagen werd verwerkt maakt dat het geluidsniveau in het interieur
uiterst acceptabel blijft. Bij 100 kilometer per uur zit het nog onder de 70
decibel en bij onze hoogste praktijkmeetsnelheid van 140 km/h zat het nog zeer
dik onder de 80. Anders gezegd: de BMW 733i is een zeer stille wagen.
De L-Jetronic is voorzien van een startautomatiek, die de rijder nimmer in de
steek laat. Koud of warm, droog of vochtig, de wagen start zonder mankeren en
meteen, loopt ook vanaf het eerste moment mooi rond zonder nukken of kuren.
Transmissie
Als gezegd was onze testwagen uitgerust met een automatische transmissie, een
versnellingsbak met drie stappen: 2,5 – 1,5 en 1 op 1. Het merkwaardige aan
deze bak is, dat hij wanneer het gaspedaal tot op de vloer wordt ingetrapt, de
motor vrij ver in zijn versnellingen jaagt: bóven de 5500 toeren per minuut
waarbij het maximum vermogen wordt ontwikkeld, en zelfs nog 200 toeren boven de
6000, die de fabriek als toelaatbaar maximum opgeeft. Dat klinkt een beetje
onlogisch maar echt kwaad kan het eigenlijk niet. Maar heel weinig mensen zullen
altijd maar weer zó op het gaspedaal zitten te rammen, en voor de enkele keer
dat het echt nodig kan zijn is het doodgewoon wel nuttig.
De bak wordt op de middenconsole geschakeld. Daar zit ook de
versnellingsaanduiding duidelijk aangegeven. Die komt echter op het dashboard
nog een keer terug in de vorm van verschillend gekleurde lampjes. Die lampjes
dimmen mee als je de dashboardverlichting bij ingeschakeld koplicht dimt (en zo
hoort het ook) maar overdag zitten die dingen vervelend in je ogen te schijnen.
Ikzelf had daar last van, anderen op de redactie niet of minder. Een feit blijft
dat die lampjes helemaal niet zo functioneel zijn: één blik opzij vergewist je
ervan welk versnellingsbereik ingeschakeld staat en zelfs dót is eigenlijk
vrijwel overbodig: ik kan me niet voorstellen dat iemand onder het rijden niet
weet of hij de bak in 1, 2 of drive heeft gezet om van de standen neutraal,
parkeren of achteruit maar te zwijgen.
De bak schakelt erg goed, maar voor terugschakelen door middel van de
kick-downbeweging is vrij diep doortrappen nodig waardoor je soms de lagere
versnelling pas iets later ‘krijgt’ dan je verwacht. Bij het wegrijden
vanuit stilstand heeft de bak een kort moment een lichte aarzeling, maar dat is
nimmer hinderlijk.
Remmen
De 733i heeft geventileerde schijven voor en ongeventileerde achter. Ze zijn
hydraulisch bekrachtigd, de druk wordt ‘opgeslagen’ in een druktank die ook
de stuurbekrachtiging van olie voorziet. Vergeleken met de door vrijwel elke
constructeur gebruikte vacuümbekrachtiging heeft de hydraulische minder
aanspreektijd: 0,15 seconde. Dat lijkt weinig, maar in de praktijk voel je het
drommels goed; het verkort de remweg onmiskenbaar.
De servo werkt niet onnatuurlijk sterk: je moet nog flink op het rempedaal
trappen waardoor je uitstekend kunt doseren.
De remcircuits zijn diagonaal gescheiden. BMW oordeelde dat mogelijk en zelfs
wenselijk (er blijft véél remkracht over als één circuit mocht zijn
uitgevallen) doordat in de voorwielophanging een fraaie richtingstabiliserende
truc is ingebouwd. Ik moet éven de Hoogduitse omschrijving ervoor kwijt omdat
hij zo mooi is: de voorwielen hebben een ‘kleine positive Lenkrollradius durch
nachlaufversatz via ideelle Drehachse von zwei Führungsgelenken’. Het komt
erop neer dat het onderste draaipunt aan de als reuzenfuseepen fungerende
McPherson voorpoot is opgedeeld in twee scharnieren: de wielgeleide-arm naar
voren en die naar opzij komen niet als de punt van een driehoek bijeen maar
vormen een trapezium. Kort gezegd: de wagen heeft tijdens het remmen de neiging
om recht vooruit te blijven rollen, zelfs als een der wielremmen uitvalt, de
duikneiging bij remmen wordt verminderd terwijl deze constructie bovendien
mogelijkheid bood om een grote schijfrem buiten de wiellangsas onder te brengen.
De wagen remt uitmuntend, zee recht en zeer kort. Het pedaalgevoel is subliem.
Ook de handrem is zeer goed – hij is volkomen als bedrijfsrem te gebruiken,
alhoewel dat tegenwoordig met onze huidige gescheiden remsystemen nauwelijks
meer een zinnige eis der wet lijkt.
Weggedrag
Zoals elders in dit bericht te lezen valt, verwondert Slotemaker zich over de
grote richtingsstabiliteit van deze wagen en het feit dat bij gas loslaten in
een bocht overstuur ontstaat. De verklaring voor het eerste fenomeen hebben we
zojuist al bij de kop gehad, het tweede wordt voornamelijk veroorzaakt door het
feit dat BMW een grote voorloophoek van de fusee (= McPherson poot) combineert
met een kleine voorlooplengte. Hierdoor wordt bereikt dat het buitenbochtwiel
een negatieve vlucht krijgt. Dat verbetert de grip voor in een bocht en
induceert dus een licht overstuur in bochten die aan de grens van de
wiel-weg-adhesie worden gereden. Ruimer binnen die grens is het stuurkarakter
neutraal. Ikzelf vind dit een erg prettig stuurkarakter.
Bij dit alles moeten we wel bedenken, dat we zitten te praten over
bochtsnelheden die door vrijwel elke Nederlandse automobilist nimmer gereden
zullen worden. Want de BMW kan gloeiend hard door een bocht en hij ligt dan als
een huis op de weg.
Besturing, rijpositie
De stuurbekrachtiging is van ZF afkomstig en toerenafhankelijk. Dat lijkt
tegennatuurlijk – je bent geneigd een servo die méér assisteert bij
toenemende kracht aan de stuurwielvelg (torsiestuurstang) als geraffineerder te
beschouwen. In de praktijk blijkt dat niet waar: je voelt nimmer iets van
veranderende assistentie bij schakelen bijvoorbeeld – de wagen stuurt licht en
uiterst exact.
Met name kort manoeuvreren en krap parkeren worden door deze servo tot een
weinig inspanning vergende bezigheid gemaakt. Ook doordat de draaicirkel voor
een zo grote wagen vrij klein is.
De rijpositie is uitmuntend. Het stuur is in lengterichting verstelbaar, de
stoel behalve op de gebruikelijke wijzen ook nog eens in hoogterichting. Het
dashboard is zeer vlot afleesbaar, minder frequent te raadplegen indicateurs
zijn op niet hinderlijk in het oog lopende plaatsen aangebracht of ondergebracht
in een ‘testpaneel’ dat op knopdruk systeemcontrole mogelijk maakt (voor de
motoroliestand overigens alleen bij stilstaande motor).
Het uitzicht rondom is goed, met weinig dode hoeken en geen oogafleidende
kleinigheden. De vier hoeken van de wagen zijn vanaf de bestuurdersplaats
zichtbaar. Het grootlicht is uitnemend, het dimlicht aanzienlijk geringer, wat
bij minder druk verkeer nachtrijden wat vermoeiend maakt.
Rij- en zitcomfort
De stoelen zijn uitstekend van vormgeving, goed hol, niet te zacht en met
prettig stroef materiaal bekleed. Achterin zit je ook vrij goed op een voldoend
dik bekleed goed voorgevormde bank waarop hoofdsteunen zitten die het uitzicht
voor de bestuurder naar achteren slechts licht hinderen. De instap naar achteren
is gemakkelijk en ruim, de beenruimte ruimschoots voldoende – in dit opzicht
onderscheidt de nieuwe BMW zich gunstig van zijn voorgangers.
Interieur, exterieur
BMW heeft terecht consequent afgezien van elke onnodige versiering die de
geslaagde lijn alleen maar zou kunnen verknoeien. De wagen is mooi zoals-ie is,
chroomblinkertjes en frutsels zouden hem alleen maar lelijk maken. Dat verhaal
gaat trouwens onverkort voor het interieur op: sober, zeer goed van lijn en
aankleding, functioneel en doodgewoon móói.
Accessoires
Om te voorkomen dat dit een extreem uitgebreid hoofdstuk zou worden, hebben we
verderop in deze test uiteengezet wat de uitrustingsverschillen zijn tussen de
728, 730 en 733i, opgesomd wat er verder in onze testwagen nog als extra
voorziening was aangebracht en in een lijst vermeld wat er allemaal nog méér
extra te koop is.
Dientengevolge kunnen we op deze plaats met een gerust hart volstaan met te
verklaren dat de standaarduitrusting van de 733 zeer, zeer compleet is.
Conclusie
Zelfs als ik alle in de 733i geleverde extra’s bekijk moet me toch van het
hart dat ik het met zijn catalogusprijs van bijna 55 mille een pittig dure auto
vind. Toegegeven, hij maakt als pure rijmachine met buitengewoon veel
functionele luxe zijn prijs heus wel wáár, met name tegenover zijn natuurlijke
concurrent, de Mercedes 280 SE en 350 SE (de 280 wegens zijn zes cilinders en de
350 wegens de cilinderinhoud).
Maar als je bedenkt dat de meerprijs tegenover de toch zeker ook zéér
begeerlijke en complete 728 bijna 13.500 gulden bedraagt, oftewel 32 procent van
de prijs van deze laatste, moet je toch even slikken. Eerlijk gezegd vind ik het
een behoorlijke brok meerprijs, waar elke potentiële BMW-zescilinderklant even
over behoort na te denken…
Rob Slotemaker
Op de slipbaan verdient deze BMW een hele dikke voldoende. Zijn veiligheidsgrens
is hoog: 62°, een waarde die de meeste BMW’s overigens bereiken, maar vooral
het zeer grote gemak waarmee de 733i uit een slip is te halen, maakt deze wagen
tot een zeer veilig vervoermiddel.
Op de droge weg blijkt de BMW 733i (en dus waarschijnlijk alle modellen uit de
7-serie) bij hoge snelheden over een wat merkwaardige eigenschap te beschikken.
Wanneer je in een bocht gas loslaat wordt de wagen overstuurd. Nog nooit heb ik
een dergelijke wegliggingskarakteristiek bij een achterwielaandrijver
meegemaakt. Normaal blijft zo’n wagen neutraal wanneer je het gaspedaal
loslaat en neigt hij vaak zelfs een beetje tot onderstuur. Overstuur treedt in
zo’n situatie in principe vrijwel uitsluitend bij voorwielaandrijvers op. Je
kunt met deze wagen dan ook uitstekend volgens de voorwielaandrijftechniek een
bocht door driften. Ter verhoging van het comfort is de 733i vrij soepel
geveerd. Hij helt daardoor nogal over in een bocht en neigt wat tot happen op
zijn voorwielen. Bij ‘oefening twee’ komt het overstuurkarakter weer naar
voren; je moet snel sturen om de wagen weer recht te krijgen. Grootste pluspunt
van deze BMW vind ik zijn ongelofelijke grote stabiliteit, ondanks de hierin als
regel niet altijd meewerkende stuurbekrachtiging. Het is een uiterst
comfortabele auto, die alleen bij zeer hoge snelheden zijn eerdergenoemd
merkwaardige bochtgedrag openbaart.
Acceleratie in s |
BMW
733i
|
0 – 60 km/h |
5,1 |
0 – 80 km/h |
7,0 |
0 – 100 km/h |
10,1 |
0 – 120 km/h |
13,9 |
0 – 140 km/h |
19,4 |
80 – 120 km/h |
7,9 |
Topsnelheid in km/h |
198 |