TEST BMW 728i, 732i, 735i
Geperfectioneerde modelvarianten met vijfversnellingsbak en nieuwe 4-trapsautomaat

LIJN ZEVEN

Uit auto motor und sport 11/1983. Door Paul Schinhofen. Vertaling Bram Visser, 2004.

BMW noemt ze de derde generatie – in het verkeer is deze generatiewisseling optisch niet erg waarneembaar. Want ook de jongste versies van de grote BMW-limousine onderscheiden zich nauwelijks van hun voorgangers. Alleen insiders vallen de decente optische retouches aan de voorzijde op: de karakteristieke BMW-nieren werden iets vlakker, de luchtinlaat in de grille werd kleiner en het stuk blik onder de bumper werd gewijzigd en vormgegeven als spoiler.

Deze relatief bescheiden maatregelen van de BMW-aërodynamici zorgden voor een verbetering van de luchtweerstandscoëfficiënt met 13 procent, hoewel de Cw-waarde van de grote Münchense limousine met 0,41 nog duidelijk boven die van de Mercedes S-klasse ligt (0,36).

De overige technische innovaties aan de modellen 728i, 732i en 735i liggen dus vooral verborgen onder het plaatwerk van de al sinds 1977 gebouwde modellenreeks. Zo zijn alle drie de versies al standaard voorzien van een vijfversnellingsbak (Schongang). Tegen een pittige meerprijs van 2200 mark is er sinds de herfst van 1982 een nieuwe 4-trapsautomaat met overbruggingskoppeling. Met deze technische kunstgreep wordt de vierde, toerenverlagende versnelling ingeschakeld dankzij een mechanische koppeling, en overbrugt de vermogensverslindende, met slip werkende koppelomvormer.

Daarnaast kreeg de nieuwe BMW 728i net als de overige versies van de 7-serie een achteras met schuingeplaatste draagarmen met 13 graden-indeling. Samen met extra stuurarmen bereikten de BMW-onderstelspecialisten zo een vermindering van spoor- en camberverandering bij het veren, en de voorheen duidelijk aanwezige overstuurtendens in het grensbereik kon verminderd worden. Bovendien rollen nu alle grote BMW-modellen op 6,5 inch brede velgen.

Deze modificaties van het onderstel zijn dan ook in de dagelijkse omgang met de 7’s van de derde generatie duidelijk merkbaar. De meer dan 1500 kg zware limousines bereiken relatief hoge bochtsnelheden, voordat de achterkant zich licht en goed te corrigeren naar de buitenkant van de bocht beweegt. Maar het onderstel laat zich niet alleen wat betreft weggedrag en handelbaarheid van zijn goed kant zien, ook het veercomfort is tevredenstellend. Weliswaar zijn de grote BMW’s geen zachte peren en geven ze kleinere oneffenheden zoals vooral dwarsrichels duidelijk door, maar ze hebben al met al een goed basiscomfort. Met dit compromis valt heel goed te leven, vooral omdat de grote BMW-limousines verrassen met een voortreffelijke handelbaarheid en sportief rijgedrag – eigenschappen die in de automobiele topklasse geen regel zijn.

Op nat wegdek kennen de BMW’s echter hun beperkingen wat betreft het rijgedrag. Vooral de potente 735i verlangt op gladde ondergrond een gevoelvolle omgang met het gaspedaal.

Wat de prestaties betreft, kan de zwakste versie al overtuigen – maar alleen met 5-bak. Als de 728i-koper heeft gekozen voor de nieuwe 4-trapsautomaat dan moet hij rekening houden met relatief bescheiden prestaties, die de sportieve natuur van de Beierse limousine nauwelijks eer aan doen. De subjectieve rij-indrukken onderstrepen dat nog meer dan de cijfers. Vooral in de onderste toerentalregionen werkt de koppelomvormer met veel slip en zet hij het intrappen van het gaspedaal maar traag om in merkbare versnelling.

Veel overtuigender is de combinatie van de 2,8 litermotor met de vijfbak. De overbrengingsverhoudingen zijn goed gekozen, want de topsnelheid van 202 km/h wordt in de vijfde versnelling bereikt. Überhaupt kun je de vijfde trap in alle grote BMW-modellen als echte rijversnelling beschouwen, die je al vroeg kunt inleggen, die je niet bij het kleinste heuveltje tot terugschakelen dwingt en zo het rijplezier niet in de weg staat.

Duidelijk betere prestaties met beide transmissievarianten, biedt natuurlijk de grotere 732i, wiens 3,2 litermotor onder alle omstandigheden overtuigt. De 197 pk sterke zescilinder lijnmotor betovert, behalve door zijn onberispelijke koude start en koudloopeigenschappen, met een bovengemiddelde, turbineachtige loopcultuur, die tot ver boven het nominale toerental vrij blijft van trillingen.

Bovendien moet worden vastgesteld dat de 732i de beste prijs-prestatieverhouding biedt. Hij accelereert nauwelijks slechter dan de goed 6000 mark duurdere en 21 pk sterkere 735i en hij is ook met relatief weinig brandstof tevreden.  Gemiddeld consumeerde de testauto 14,3 l/100 km, wat gezien de prestaties zuinig kan worden genoemd.

Deze motor overtuigt ook in combinatie met de nieuwe vierversnellingsautomaat. De BMW-technici hebben de automaat duidelijk sportief afgesteld. Hij streeft er steeds naar het vermogen van de gretige zescilindermotor uit te buiten: bij volle acceleratie schakelt hij pas na het bereiken van het nominale toerental, hij reageert onverwijld op kickdown en treuzelt ook bij minder diep intrappen van het gaspedaal niet met terugschakelen.

Ondanks deze levendige afstelling geschieden de gangwissels relatief mild – hoewel enkele concurrenten zachter en soepeler schakelen. Vooral in de draaimomentsterke 735i maakte de door Zahnradfabrik Freidrichshafen (ZF) geproduceerde vierversnellingsautomaat een ietwat nerveuze indruk, want hij schakelde in het middelste snelheidsgebied dikwijls tussen de derde en vierde versnelling heen en weer.

Zowel met automaat als met handbak is de sterkste atmosferische versie van de 7-serie nog zuiniger geworden. Met 14,7 l/100 km consumeerde de geperfectioneerde 3,5-liter 0,4 liter minder brandstof dan zijn voorganger met dezelfde transmissie. De BMW-technici hebben de rendementsverbetering bereikt door een verhoging van de compressieverhouding van 9,3 : 1 naar 10,0 : 1 en door lichte modificaties aan de Bosch Motronic. Bovendien werd de boring/slagverhouding gewijzigd (langere slag, kleinere boring).

Deze modificaties hebben echter niet de basis-vermogenskarakteristiek van de spontaan op gaspedaalbewegingen reagerende zescilinder beïnvloed, die over het geheel genomen iets rauwer te werk gaat. Maar dat betekent niet dat de 3,5-liter machine ongecultiveerd loopt; hij draait alleen niet zo zijdezacht als de twee zwakkere versies.

Zo kan worden vastgesteld dat de derde generatie van Lijn Zeven niets van haar overwegend positieve eigenschappen heeft verloren, maar behoorlijk zuiniger is geworden – dat geldt in het bijzonder voor de versies met 4-versnellingsautomaat. Aan de minuszijde van de grote BMW-limousines staan echter nog steeds de onbevredigende zitpositie en het sterke windgeruis. Ook storend zijn versnellingsbakgeluiden bij lage toeren.

De omgang met de verbeterde 7-serie heeft ook duidelijk gemaakt dat het sterkste en duurste model van deze reeks niet automatisch ook het beste is. Dat predikaat heeft ongetwijfeld de BMW 732i verdiend.

* acceleratie met kickdown

E23 TESTBERICHTEN