TEST BMW 728 - 730 - 733i
AUTOMAAT
ZELFBEDIENING
Uit: auto, motor und
sport 8/1979.
Door: Fritz Reuter.
Vertaling: Bram Visser, 2003.
Het kleine verschil wordt niet meer benadrukt: bij de automaatversies van de BMW 7-serie ontbreekt elk uiterlijk teken dat u wat betreft de overbrengingsverhoudingen heeft gekozen voor zelfbediening. (Noot van de vertaler: de term ‘zelfbediening’ lijkt me toepasselijker voor een handgeschakelde dan voor een automatische bak.)
“Automatische versnellingsbakken worden tegenwoordig vooral in de topklasse meer en meer als een vanzelfsprekendheid beschouwd waarop geen nadruk hoeft te worden gelegd”, verklaart BMW perswoordvoerder Dirk Henning Strassl (41) het – ook bij andere merken – ontbreken van het woord ‘automaat’ op de achterzijde.
Des te meer verwondert de klant zich erover dat hij een dergelijke vanzelfsprekendheid niet – zoals bij voor een deel goedkopere auto’s van Amerikaanse makelij – gewoon naar keuze krijgt, maar er een pittige meerprijs van 1680 Mark voor moet betalen. “Over dit probleem hebben we bij BMW ook al gediscussieerd”, verklaart Strassl, “maar de kosten voor de automaat liggen nu eenmaal hoger dan voor een mechanische versnellingsbak, zeker als (zoals bij ons) de aantallen niet erg groot zijn.”
Maar de ook door andere Europese fabrikanten gehanteerde meerprijzen hoeven er niet de reden van te zijn dat bij de 7-serie het automatenaandeel duidelijk kleiner is dan bij de S-klasse van de concurrent met de ster uit Stuttgart-Untertürkheim: terwijl bij de BMW 728 slechts 29,8% van de kopers zich het schakelwerk uit handen laat nemen, zijn dat er bij de Mercedes 280 S al 61%, bij de 730 zijn het 34,7% tegen 81,5% bij de 280 SE en bij de 733i tenslotte 52% tegen 90% bij de 350 SE.
Dat de meerderheid der 7-serie-bestuurders liever zelf koppelt en schakelt, is waarschijnlijk vooral een mentaliteitskwestie: BMW-rijders zijn voor een groot deel zeer vermogensbewust en daarom niet zo snel bereid om meer geld voor slechtere prestaties uit te geven. Dat is nu eenmaal een nadeel van een automatische transmissie.
Dat blijkt ook duidelijk bij de 728 A die voor de sprint vanuit stilstand naar 100 km/h ongeveer drie seconden langer deed (12,9 tegen 9,7 s) dan de mechanisch geschakelde versie en ook tien kilometer per uur langzamer was (191 tegen 201,1 km/h). Niet zo scherp, maar toch wel duidelijk, waren de verschillen bij de krachtigere versies 730 en 733i (zie de vergelijkingstabel).
Het feit dat met een automaat het brandstofverbruik noodzakelijkerwijze hoger is, maakt het verlies aan vermogen er ook niet makkelijker op. Afhankelijk van de rijstijl verbruikten de automaten 1,5 tot 3 liter méér superbenzine per 100 km dan hun mechanisch geschakelde collega’s.
Niettemin: het gemak is aanzienlijk – vooral voor automobilisten die zich overwegend in druk verkeer moeten begeven. Het is namelijk uiterst aangenaam om in druk verkeer of in een file bevrijd te zijn van al het gekoppel en geschakel. Bovendien kan het de veiligheid bevorderen als de bestuurder steeds zijn beide handen aan het stuur heeft en niet hoeft na te denken over welke versnelling er nu weer moet worden ingeschakeld.
De keuze voor een automaat hangt er van af hoe goed deze bij de motor past. De door Zahnradfabrik Friedrichshafen (ZF) gemaakte drietrapsautomaat van het type 3 HP 22 moet men nageven dat hij goed harmonieert met de zescilinders van de 7-serie, die bekend staan om hun hoge loopcultuur, hun smeuïgheid en hun souplesse. Waarbij het teamwork natuurlijk het meest uitgebalanceerd is bij de 733i, met zijn grootste inhoud en koppel.
Bij de afstelling van de automaten hebben de BMW-technici zich duidelijk beziggehouden met een zekere sportieve noot. Zo is de automaat steeds bereid om het vermogen van de zescilinder motors goed uit te buiten: bij volle acceleratie schakelt hij pas bij het bereiken van het maximum toerental omhoog, hij reageert zonder vertraging op kickdown en aarzelt ook bij minder krachtig intrappen van het gaspedaal niet om terug te schakelen.
Ondanks deze afstelling geschieden de wisselingen van verzet relatief zacht – hoewel niet zo zacht en onopvallend als bij Amerikaanse automaten die samenwerken met laagtoerige, volumineuze V8-machines.
Hoe goed de automaat in de grote BMW-limousine zijn plicht doet, blijkt wel uit het feit dat de bestuurder zich eigenlijk nooit geroepen voelt om zelf in te grijpen met behulp van de gunstig op de middenconsole geplaatste schakelhendel. Met één uitzondering: op bochtige trajecten is het snelle rijders aan te bevelen om voor krappe bochten met de hand terug te schakelen. Want anders schakelt mogelijkerwijs bij gasgeven in de bocht de automaat een versnelling terug en provoceert dan door de plotseling en onverwacht optredende vermogenspiek een moeilijk beheersbaar uitbreken van de achterkant.
Deze mogelijke reactie maakt ook duidelijk dat de voordelen van de automatische transmissie in de 7-serie hoofdzakelijk bedoeld zijn voor BMW-klanten die waarde hechten aan comfort en bedieningsgemak.
Wie echter in de 7-serie-modellen “bestuurdergeoriënteerde, sportief-dynamische Hochleistungsautomobile” (BMW perstekst) ziet, houdt het bij handbediening.
|
BMW
728 Automaat |
BMW 728 |
BMW
730 |
BMW 730 |
BMW 733i Automaat |
BMW 733i |
Inhoud |
2788
cm³ |
2986
cm³ |
3210
cm³ |
|||
Vermogen |
170
pk – 5800/min |
184
pk – 5800/min |
197
pk – 5500/min |
|||
Verbruik |
20,1 |
17,1 |
19,4 |
18,1 |
19,2 |
16,3 |
Prijs (DM) |
33
080 |
31
400 |
37
180 |
35
500 |
42
380 |
40
700 |
Acceleratie |
||||||
0-60 |
6,3 |
4,4 |
5,5 |
4,5 |
5,2 |
4,3 |
0-80 |
8,8 |
6,8 |
7,8 |
6,7 |
7,4 |
6,2 |
0-100 |
12,9 |
9,7 |
11,5 |
9,5 |
10,4 |
8,7 |
0-120 |
17,8 |
13,8 |
15,6 |
13,9 |
14,3 |
12,3 |
0-140 |
26,5 |
18,9 |
21,8 |
18,9 |
20,5 |
16,8 |
0-160 |
40,3 |
27,8 |
32,2 |
26,1 |
28,9 |
24,1 |
0-180 |
- |
- |
50,2 |
42,9 |
41,6 |
34,5 |
0-1 km |
34,3 |
31,1 |
32,4 |
30,9 |
31,7 |
30,0 |
Top |
191,0 |
201,1 |
196,2 |
202,2 |
202,2 |
209,3 |